Exponentiële en logaritmische functies > Exponentiële functies
123456Exponentiële functies

Theorie

Voor de afgeleide van de exponentiële functie geldt:

  • Als f ( x ) = g x dan is f ( x ) = g x ln ( g ) .

> bewijs

Omdat: f ( x ) = g x = ( e ln ( g ) ) x = e ln ( g ) x kun je f met behulp van de kettingregel differentiëren, het grondtal is nu namelijk e.
Je vindt: f ( x ) = e ln ( g ) x ln ( g ) .
En dit kun je weer schrijven als f ( x ) = g x ln ( g ) .

Hierbij maak je gebruik van het veranderen van grondtal: g = e ln ( g ) . (Denk er om dat g > 0 moet zijn.)
Dit is één van de definitieformules van logaritmen, toegepast op het getal e.

Hiermee kun je elke exponentiële functie N met groeifactor g per tijdseenheid t op meerdere manieren schrijven:

  • N ( t ) = N ( 0 ) g t

  • N ( t ) = N ( 0 ) e k t waarin k = ln ( g )

  • N ( t ) = N ( 0 ) 10 k t waarin k = log ( g )

Dat is handig als je met meerdere exponentiële functies met verschillende groeifactoren te maken hebt. Je kunt ze dan toch steeds hetzelfde grondtal geven, e of 10.

Verder kun je nu allerlei functies waarin vormen als e x en/of g x voorkomen differentiëren met de differentieerregels. Daarmee kun je van functies die ingewikkelder zijn dan zuiver exponentiële functies ook de karakteristieken bepalen.

verder | terug