Werken met formules > Formules gebruiken
123456Formules gebruiken

Voorbeeld 2

Gooi je een steen met een beginsnelheid van 24,1 m/s, dan wordt de snelheid van de steen (zolang hij niet op de grond is gekomen) gegeven door:

v = 24,1 9,8 t

waarin t de tijd in seconden voorstelt. Hier zie je de bijbehorende grafiek.

Je wilt weten op welk tijdstip de steen op zijn hoogste punt is. Hoe lees je dat uit deze grafiek af?

> antwoord

Zolang de steen omhoog gaat is v positief; zodra de steen daalt, is v negatief.

Je kunt uit de grafiek aflezen op welk tijdstip de snelheid van de steen 0 is. Op dat moment is de steen op zijn hoogste punt. Dat is ongeveer na 2,5 s.

Kun je dit antwoord ook nauwkeurig berekenen?

Opgave 4

Iemand gooit vanaf zijn balkon een tennisbal omhoog met een beginsnelheid van 5 m/s. In Voorbeeld 2 staat beschreven hoe bij een omhoog geworpen steen de snelheid van de tijd afhangt. De bal komt na 2 seconden op de begane grond.

a

Pas de gegeven formule aan voor de gegevens van de tennisbal. Welke formule krijg je nu?

b

Teken een grafiek bij deze formule.

c

In de grafiek is de snelheid soms positief, soms negatief. Hoe komt dat?

d

Na hoeveel seconden is de bal op zijn hoogste punt? (Geef je antwoord in duizendsten nauwkeurig.)

e

Met welke snelheid komt de bal op de grond? (Geef je antwoord in km per uur.)

verder | terug