Er bestaan veel verschillende soorten functies.
Als een lineaire functie is van heeft het functievoorschrift de vorm , waarin
het hellingsgetal is;
het begingetal, de functiewaarde bij is.
De grafiek van een lineaire functie is een rechte lijn door en . Voor "hellingsgetal" wordt wel het woord richtingscoëfficiënt gebruikt, want dit getal bepaalt de richting van de grafiek.
Je noemt een familie van functies (in dit geval de familie van de lineaire functies). Het gaat daarbij om een verband
tussen de variabelen en .
en noem je parameters.
Zo heb je ook de familie van de kwadratische functies. En er bestaan nog veel meer
families van functies...
De absolute waarde van een getal is de waarde ervan zonder (min)teken.
Zo is: en .
Dit komt omdat beide getallen dezelfde (positieve) afstand tot hebben: ze zijn elkaars tegengestelde.
De wiskundige notatie voor de absolute waarde van is met absoluutstrepen, de meeste rekenmachines gebruiken: abs(x).
De eenvoudigste absoluutfunctie is: .
De grafiek zie je hiernaast.
Het grootste gehele getal kleiner dan of gelijk aan het getal heet de entier (frans voor
"geheel"
) van .
De entier van is hetzelfde als die van en die van , namelijk .
De entier van en van is .
Hierbij past de zogenaamde entierfunctie of integerfunctie.
Je schrijft: .
De grafiek vertoont sprongen, het is een trapgrafiek.
Je ziet hem getekend, let goed op de open en de gesloten rondjes.
Het domein van de entierfunctie is .
Het bereik is .