Exponentiële functies > Meer exponentiële functies
123456Meer exponentiële functies

Testen

Opgave 15

Bekijk de volgende functies
f ( x ) = 2 x , g ( x ) = 3 2 x - 7 en h ( x ) = 3 2 x - 7

a

Beschrijf welke transformatie je moet uitvoeren om de grafiek van g te krijgen uit de grafiek van f .

b

Welke lijn is asymptoot van de grafiek van g ? Schrijf domein en het bereik van g op.

c

Los op: g ( x ) 100 .

d

Beschrijf welke transformatie je moet uitvoeren om de grafiek van h te krijgen uit de grafiek van f .

e

Welke lijn is asymptoot van de grafiek van h ? Schrijf domein en het bereik van g op.

f

Los op: h ( x ) < 100 .

Opgave 16

Ga uit van de functie g ( x ) = ( 1 2 ) x .

a

Beschrijf welke transformaties je moet uitvoeren om de grafiek van de functie f ( x ) = -3 ( 1 2 ) x + 5 t e krijgen uit die van g .

b

Hoe kun je aan het functievoorschrift van f zien dat de grafiek daalt?

c

Welke lijn is asymptoot van de grafiek van f ? Wat is het bereik van f ?

d

Bereken het snijpunt van de grafiek van f met de x -as.

e

Los op: f ( x ) 0

Opgave 17

Los de volgende ongelijkheden algebraïsch op als dat mogelijk is. Rond anders af op twee decimalen nauwkeurig.

a

( 1 3 ) x < 9

b

1 2 ( 1 3 ) x > 1 18

c

1 2 ( 1 3 ) x - 5 > 10

d

5 ( 1 3 ) x + 2 > 10

Opgave 18

Gegeven zijn de functies f ( x ) = 2 x - 2 en g ( x ) = ( 1 2 ) x - 1 + 2 .

a

Geef het bereik van de functies f en g .

b

Los op: g ( x ) 5 . Rond in het antwoord af op twee decimalen.

c

Voor welke p heeft de vergelijking f ( x ) = p geen oplossingen?

d

De lijn x = -3 snijdt de grafiek van f in het punt A en de grafiek van g in het punt B . Bereken de lengte van het lijnstuk A B .

e

De lijn y = 7 snijdt de grafiek van f in het punt C en de grafiek van g in het punt D . Bereken de lengte van het lijnstuk C D in twee decimalen nauwkeurig.

verder | terug