Logaritmische functies > Eigenschappen
123456Eigenschappen

Voorbeeld 4

Los de vergelijking log ( x ) + log ( 2 x ) = 3 algebraïsch op.

> antwoord

Bij het oplossen van dergelijke vergelijkingen gebruik je de eigenschappen van logaritmen:

log ( x ) + log ( 2 x ) = 3
logaritmen optellen
log ( x 2 x ) = 3
herleiden
log ( 2 x 2 ) = 3
exponentiële functie met grondtal 10 toepassen
2 x 2 = 10 3 = 1000
beide zijden delen door 2 en worteltrekken
x = ± 500

Omdat je geen logaritme uit een negatief getal kunt trekken is er maar één oplossing mogelijk: x = 500 .

Opgave 9

Bestudeer in Voorbeeld 4 hoe je de eigenschappen van logaritmen gebruikt bij het exact oplossen van logaritmische vergelijkingen. Los nu zelf op:

a

log ( 4 x ) + log ( x ) = 1

b

2 log ( x ) - log ( 2 x ) = 2

verder | terug