Periodieke functies > Periodiciteit
1234567Periodiciteit

Testen

Opgave 14

Een grafiek bestaat in een O x y -assenstelsel uit rechte lijnstukjes tussen de punten ( 100 , 1000 ) , ( 110 , 600 ) , ( 140 , 1000 ) , ( 150 , 600 ) , ( 180 , 1000 ) , enz. Het patroon gaat naar links en rechts oneindig ver door.

a

Welke periode heeft deze grafiek?

b

Bereken de waarde van y bij x = 250 .

c

Teken de grafiek met 0 x 100 .

d

Bereken de waarde van y bij x = -250 .

e

Hoeveel getallen x met 0 x 100 bestaan er bij y = 900 ?

Opgave 15

Een wiel met een straal van 30  cm draait linksom rond met constante snelheid. De omlooptijd is 20 seconden. De hoogte in centimeter van punt A aan de buitenkant van het wiel, gemeten ten opzichte van het middelpunt, noem je h ( t ) met t in seconden. Het punt A begint bovenaan, dus h ( 0 ) = 30 .

a

Met welke frequentie draait punt A ?

b

Bereken h ( 35 ) .

c

Bereken h ( 18 ) in één decimaal nauwkeurig.

d

Bereken h ( 76 ) in één decimaal nauwkeurig.

e

Geef alle tijdstippen t met -40 t 40 waarvoor geldt h = 0 .

verder | terug