Periodieke functies > Radialen
1234567Radialen

Testen

Opgave 14

Geef de antwoorden exact indien mogelijk, anders in drie decimalen benaderd.

a

Deze hoeken zijn gegeven in graden. Reken om naar radialen.
60 ° , 45 ° , 180 ° , 300 ° , 330 ° , 350 ° , -350 ° .

b

Deze booglengtes van een eenheidscirkel zijn gegeven in radialen. Bereken de bijbehorende hoeken in graden.
π , 1 3 π , - 1 4 π , 2 π , 5 6 π , 13 12 π , 2 , 5 3 π .

Opgave 15

Bekijk de grafiek van f ( x ) = sin ( x ) op [ -2 π , 4 π ] .

a

Bereken f ( 1 4 π + 1 3 π ) en f ( 1 4 π ) + f ( 1 3 π ) . Verklaar het verschil.

b

Bereken f ( 1 4 π ) en f ( - 3 4 π ) exact. Verklaar de overeenkomst.

c

Laat in deze grafiek zien dat sin ( - x ) = sin ( π + x ) .

d

Bewijs deze eigenschap met behulp van een eenheidscirkel.

Opgave 16

Gegeven sin ( x ) = 0,25 .

a

Geef in een eenheidscirkel alle waarden van x met 0 x < 2 π aan die hieraan voldoen.

b

Schrijf alle waarden van x op die hier aan voldoen. Benaderingen in drie decimalen nauwkeurig.

verder | terug