Exponentiële en logaritmische functies > Exponentiële functies
123456Exponentiële functies

Voorbeeld 2

Radioactieve stoffen zijn stoffen die straling uitzenden. Bij dergelijke stoffen zijn de atoomkernen instabiel, bijvoorbeeld doordat er te veel protonen en/of neutronen in zitten. Een natuurlijke radioactieve stof is de radiumisotoop `\ _88^226text(Ra)` . Bij deze stof zendt elke atoomkern een α-deeltje (een heliumkern) uit, waardoor hij overgaat in een atoom van het element radon: `\ _86^222text(Rn)` . De halfwaardetijd van dit radium is ongeveer `1600` jaar. In die tijd wordt de helft van de radiumatomen omgezet in radon. Het percentage radium neemt voortdurend af (vanaf `100` %).
Beschrijf het verval van radium op drie manieren met een formule.

> antwoord

Neem `t = 0` op 1-1-1900 en `t` in jaren en noem het percentage radium `N` . Het verval van dit radium kun je dan beschrijven met een formule van de vorm:

  • `N(t) = N(0)*g^t` met `N(0) = 100` en `g^1600 = 0,5` .
    Dit wordt: `N(t) ≈ 100 *0,9996^t` .

  • `N(t) = N(0)*text(e)^(kt)` met `N(0) = 100` en `text(e)^(1600 k) = 0,5` .
    Dit wordt: `N(t) ≈ 100 * text(e)^(text(-)0,00043 t)` .

  • `N(t) = N(0)*10^(kt)` met `N(0) = 100` en `10^(1600 k) = 0,5` .
    Dit wordt: `N(t) ≈ 100 *10^(text(-)0,00019 t)` .

Opgave 5

Bekijk Voorbeeld 2.

a

Reken de drie gevonden vervalformules zelf na.

b

Bereken met elk van de drie gevonden vervalformules de vervalsnelheid op `t = 0` .

c

Bereken ook de vervalsnelheid op `t = 90` . Wat gebeurt er met de vervalsnelheid als `t` toeneemt?

d

In welk jaar is er nog `20` % van de beginhoeveelheid radium over als er verder niemand aan komt?

Opgave 6

Differentieer de volgende functies en stel de vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek van `f` voor `x = 1` .

a

`f(x) = 4 * 3^(2x - 4) - 12`

b

`f(x) = (text(e)^(2x) - 1)/(text(e)^x)`

c

`f(x) = text(e)^(1/x)`

d

`f(x) = (text(e)^(text(-)x^2))/(x^3)`

verder | terug