Veranderingen > Differentiequotiënt
123456Differentiequotiënt

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Sneller. Hij legt de eerste 8 km in 10 minuten af, dat is 0,8 km/min. De volgende 4 km doet hij in 8 minuten, dat is maar 0,5 km/min.

b

Omdat de tijden niet steeds na dezelfde vaste afstanden zijn gemeten.

c

Je neemt daarvoor de richtingscoëfficiënt van dat lijnstuk.

d

6 km in 16 minuten is 0,375 km/min.

e

Zijn/haar gemiddelde snelheid.

Opgave 2
a

Δ t = 6 - 0 = 6

b

Δ s = 1,2 6 2 - 1,2 0 2 = 43,2

c

3,2 / 6 = 7,2 m/s

d

Δ s Δ t = 1,2 10 2 - 1,2 6 2 10 - 6 = 19,2 m/s.

e

[ 6 , 10 ]

Opgave 3
a

Δ x = 5 - 1 = 4

b

Δ s = f ( 5 ) - f ( 1 ) = 12 - 4 = 8

c

Δ y Δ x = 8 4 = 2

d

Δ y Δ x = f ( 4 ) - f ( -2 ) 4 - -2 = 7 - 19 6 = - 12 6 = -2

Opgave 4
a

0,15 m.

b

150  m per 1000 m.

c

Nee, eigenlijk verwacht je dat de steilste helling wordt aangegeven.

d

Ongeveer 220 - 210 500 - 400 = 0,1 .

e

De laatste 100  m is de gemiddelde helling ongeveer 65 100 . Aan het eind is de helling dus nog meer dat 65 %.

Opgave 5
a

De gemiddelde helling op [ a , b ] bedraagt Δ y Δ x = c - c b - a = 0 .

b

De gemiddelde helling op [ a , b ] bedraagt Δ y Δ x = b 2 - a 2 b - a = ( b + a ) ( b - a ) b - a = a + b mits a b .

Opgave 6
a

Δ y Δ x = 2 1 = 2

b

- 2 3

c

D en F en A en E .

d

Dat is negatief.

Opgave 7

4 2 = 2

Opgave 8
a

2 - 6 2 - 0 = -2

b

0

c

Punten liggen even hoog, zelfde y -waarde.

d

B.v. op [ -1 , 0 ] met Δ y Δ x = 6 - 2 1 = 4

Opgave 9
a

t = 0 geeft T = 90 °C.

b

Δ T Δ t = T ( 5 ) - T ( 0 ) 5 - 0 45,95 - 90 5 -8,8 °C/min.

c

Ongeveer 3,3°C/min.

d

De differentiequotiënten worden kleiner, de koffie koelt langzamer af omdat het temperatuursverschil met de omgeving kleiner wordt.

Opgave 10

Δ y Δ x = 3 ( a + 1 ) 2 - 3 a 2 1 = 6 a + 3

Opgave 11
a

0,8

b

Welke betekenis heeft dit getal voor de wielrenner?

Het is de afgelegde afstand in die periode.

Het is de snelheid gedurende die periode.

Het is de gemiddelde snelheid gedurende die periode.

c

29 - 23 60 - 44 = 3 8

d

23 - 12 44 - 18 = 11 26

e

Welke betekenis hebben de bij c en d gevonden getallen voor de grafiek? (Geef alle goede antwoorden.)

Ze geven de helling weer van het lijnstuk door de punten op de grafiek bij het begin en het eind van het tijdsinterval.

Ze geven de totale toename van de afstand weer op het tijdsinterval.

Ze geven de gemiddelde toename van de afstand per minuut weer op het tijdsinterval.

Opgave 12

Δ y Δ x = 0,5 2 4 - 0,5 0 4 2 - 0 = 4

Opgave 13

Δ y Δ x = 0,5 ( 2 p ) 2 - 0,5 p 2 2 p - p = 1,5 p als p 0

verder | terug