Gegeven is de familie van functies `f_p(x) = px^4 - 2x^2` .
Toon aan dat `f_p` voor elke `p` minstens één uiterste waarde heeft.
Voor welke waarde van `p` gaat de grafiek van `f_p` door het punt `A(3, 0)` ?
Op welke kromme liggen alle toppen van de grafiek van `f_p` ? Geef van deze kromme het functievoorschrift.