Los op op: .
Maak eerst met je GR de grafiek van op .
De verticale asymptoten vallen meteen op. Omdat vind je ze bij -waarden waarvoor . Dus: .
Los nu op: .
Omdat en de tangensfunctie een periode van heeft, wordt dit: .
Uit de grafiek lees je nu de oplossing af, rekening houdend met de verticale asymptoten:
.
Bekijk
Gegeven is de functie `f` met `f(x) = 10 sin(0,1pi(x - 5)) + 15` op het interval `[0,50]` .
Lees periode, amplitude, evenwichtsstand en de horizontale verschuiving t.o.v. de `y` -as uit het functievoorschrift af.
Teken de grafiek met je grafische rekenmachine.
Los op in twee decimalen nauwkeurig: `f(x) = 12` .