Goniometrische functies > Goniometrische functies
123456Goniometrische functies

Voorbeeld 3

Gegeven de functie f met voorschrift f ( x ) = sin ( 1 x ) .
Is deze functie periodiek?
Bepaal de nulpunten en de asymptoten van deze functie.

> antwoord

Omdat de standaard sinusfunctie een periode van 2 π heeft en een vorm als 1 x juist voor x = 0 niet bestaat, bekijk je de grafiek op [ - π , π ] . Je krijgt dan op [ - π , π ] × [ - 2 , 2 ] deze grafiek. In de buurt van x = 0 is erg onduidelijk hoe de grafiek er uit ziet, inzoomen laat zien dat er steeds meer en steeds smallere "golfjes" onstaan als je dichter bij 0 komt. Periodiek is hij in ieder geval niet...

Nulwaarden: sin ( 1 x ) = 0 geeft 1 x = 0 + k π en dus x = 1 k π .
De positieve nulwaarden zijn 1 π , 1 2 π , 1 3 π , 1 4 π , enz.
Deze komen steeds dichter bij 0 te liggen en ook steeds dichter bij elkaar.
Voor de negatieve nulwaarden geldt iets vergelijkbaars.

Er is bij x = 0 geen verticale asymptoot omdat een sinus altijd binnen [ -1 , 1 ] blijft.
Wel is er een horizontale asymptoot: als x heel groot (of heel groot negatief) wordt, dan nadert 1 x naar 0 en dus nadert ook f ( x ) naar 0.
De horizontale asymptoot is y = 0.

Opgave 10

Bekijk eerst Voorbeeld 3. Je ziet daar een bijzondere functie die wel een sinus bevat maar niet periodiek is. Gegeven is de functie `f` met `f(x) = sin(sqrt(x))` .

a

Maak de grafiek van `f` op `[0,1000]` .

b

Los op: `f(x) = 1` .

c

Hoe kun je aan de antwoorden bij b zien dat dit geen periodieke functie is?

verder | terug