Goniometrische functies > Goniometrische functies differentiëren
123456Goniometrische functies differentiëren

Verwerken

Opgave 9

Differentieer deze goniometrische functies en bereken daarna algebraïsch de eventuele toppen van bijbehorende grafieken.

a

`f_1(x) = cos^2(x)`

b

`f_2(x) = 4 sin(2x - 0,25pi) + 10`

c

`f_3(x) = cos^2(x) + cos(x)`

d

`f_4(x) = (sin(x))/(1 + cos(x))`

Opgave 10

Met domein `[0,2pi]` is gegeven de functie `f(x) = sin^2(x) - sqrt3 cos(x) - 1` .

a

Bereken de exacte extremen van deze functie.

b

Bereken algebraïsch de buigpunten van deze functie.

Opgave 11

Met domein `[0,2pi]` is gegeven de functie `f(x) = 1/8 tan(x) - sin(x)` .

a

Bereken algebraïsch de extremen van deze functie.

b

Toon aan dat `(0, 0)` een buigpunt van de grafiek is. Stel een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek in dat buigpunt.

Opgave 12

Op het domein `[0, 2pi]` is gegeven de functie `f(x) = (2 - cos(x))(1 + cos(x))` .

a

Los exact op: `f(x) = 2` .

b

Bereken algebraïsch de extremen van `f` .

c

Voor welke waarden van `p` heeft de vergelijking `f(x) = p` precies twee oplossingen?

Opgave 13

Het longvolume van een mens kun je registreren met een zogenaamde spirograaf. Bij iemand die hyperventileert geeft de spirograaf de grafiek die je hiernaast ziet.

a

Hoeveel keer per minuut ademt deze patiënt uit?

b

Stel een formule op voor het longvolume `V` als functie van de tijd `t` in minuten. Ga ervan uit dat de grafiek een zuivere sinusoïde is.

c

Benader in twee decimalen nauwkeurig de toenamesnelheid van het longvolume op `t = 7/480` .

Opgave 14

Gegeven is op het domein `[0, 2pi]` de functie `f` door `f(x) = (sin(x) - cos(x))/(sin(x) + 1)` .

a

Bereken algebraïsch de nulpunten en de toppen van de grafiek van deze functie.

b

Stel een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek van `f` in het snijpunt met de `y` -as.

c

Bepaal in twee decimalen nauwkeurig de lengte van het lijnstuk dat de grafiek van de lijn `y = 1/2` afsnijdt.

d

De rechte lijn met vergelijking `y = -2x + a` snijdt de grafiek van `f` loodrecht. Bereken `a` .

Opgave 15

Gegeven een functie waarvan de grafiek lijkt op een sinusoïde. Alleen de evenwichtsstand is geen horizontale lijn, maar een lijn met helling van 1 2 . Bij deze functie hoort het voorschrift `f(x) = 1/2x + 4 + 2 sin(x)` . Je spreekt nu niet van een evenwichtsstand, maar van een trendlijn.

a

Welke formule geldt voor de trendlijn? Breng op je grafische rekenmachine zowel de grafiek van `f` als de trendlijn in beeld.

b

Bereken algebraïsch de toppen van de gegeven functie.

c

Vallen de `x` -waarden van die toppen samen met die van de toppen van `y = sin(x)` ? Geef een verklaring.

verder | terug