De spiraal `s` is gegeven door de parametervoorstelling `x(t) = 2^t cos(2t) ^^ y(t) = 2^t sin(2t)` .
Breng de kromme in beeld op je grafische rekenmachine voor `t` op `[0,2pi]` .
Stel een vergelijking op van de raaklijn aan deze kromme in het snijpunt met de `y` -as met de grootste `y` -coördinaat.
Stel een poolvoorstelling op van `s` .
Gebruik deze poolvoorstelling om de snijpunten van de spiraal met de lijn `y = x` te berekenen. Geef ze in rechthoekige coördinaten.
Punt `P` doorloopt kromme `k` waarvan de poolvoorstelling luidt: `r = 6 sin(theta)` .
Breng de kromme in beeld op je grafische rekenmachine voor `theta` op `[0,2pi]` .
Stel een parametervoorstelling op bij deze kromme.
De kromme lijkt een cirkel met middelpunt `(0,3)` te zijn.
Toon aan dat dit waar is.