Het doel van dit wiskundedomein is het leren leveren van bewijzen voor stellingen.
Wiskundigen doen dit uitgaande van al eerder bewezen stellingen en heldere definities
van (nieuwe) begrippen (binnen een bepaalde theorie). Voor de vlakke meetkunde zijn
de axioma's (plus definities e.d.) van Euclides het vaststaande uitgangspunt. Maar
je kent al veel stellingen die daaruit voortvloeien (en die eigenlijk een strak bewijs
behoeven!) die je niet steeds weer opnieuw wilt bewijzen. Daarom bestaat er een lijst van definities en stellingen die als uitgangspunt mogen worden genomen. Van daar uit probeer je zelf nieuwe stellingen
te bewijzen.
Om de structuur van bewijzen duidelijk te maken zie je hier een voorbeeld van het
bewijs van een stelling die op die lijst voorkomt.
Stelling
De overstaande hoeken bij twee snijdende lijnen zijn gelijk.
Bekijk de applet.
Bewijs
Laat en twee overstaande hoeken zijn.
Beide hebben dezelfde nevenhoek . (Definitie nevenhoek.)
Dus is en is ook . Hieruit volgt: .
In
Wat is het verschil tussen een vermoeden en een stelling?
Waarom is ook voor zo'n eenvoudige uitspraak een bewijs nodig?
Wat is een tegenvoorbeeld?
De lijnen en staan loodrecht op elkaar, is een derde lijn.
Bewijs de stelling: Als loodrecht staat op , is evenwijdig met .
Schrijf het omgekeerde van deze stelling op. Is dit ook een ware bewering?