Redeneren en bewijzen > Congruentie
123456Congruentie

Testen

Opgave 17

Van Δ A B C is gegeven: | A C | = | B C | . D is het midden van A C en E is het midden van B C .

Bewijs dat de loodlijnen vanuit D en vanuit E op A B even lang zijn.

Opgave 18

Van de vierhoek A B C D is gegeven: | A B | = | C D | , | A D | = | B C | en A B C = 90 °.

a

Laat met een hulplijn zien: de vier hoeken zijn samen 360 °.

b

Bewijs dat A D C = 90 °.

c

Bewijs dat B A D = B C D = 90 °.

d

Bewijs dat de twee diagonalen even lang zijn.

e

Bewijs dat B A C = A B D = A C D = B D C .

f

Bewijs dat de diagonalen elkaar doormidden delen.

Opgave 19

In een rechthoekige driehoek (de rechte hoek bij A ) is D een punt op B C zo, dat D A B = D B A . (Maak zelf een tekening).

a

Laat zien dat A C B = 90 ° - C B A .

b

Laat zien dat Δ D C A gelijkbenig is.

c

Bewijs dat | A D | = | D B | = | C D | .

verder | terug