Bewijs:
Een driehoek waarvan de hoekpunten de middens zijn van drie zijden van een vierkant
is rechthoekig en gelijkbenig.
Gegeven:
Zie figuur; er zijn letters ingevoerd, de streepjes geven gelijke lijnstukken aan.
is een vierkant.
, en .
Te bewijzen:
en .
Bewijs:
Omdat en , is een parallellogram (stelling parallellogram). Bovendien heeft een rechte hoek en is dus een rechthoek (stelling rechthoek). Als de lengte van de zijden van het vierkant is, is dus ook .
Omdat gelijkbenig en rechthoekig is geldt .
Op dezelfde wijze is . En dus is .
Dus geldt in dat .
En daarom is rechthoekig (omgekeerde stelling van Pythagoras).
Q.e.d.
In
Hoe wordt in dit tweede bewijs gebruik gemaakt van lijst van definities/stellingen in de Vlakke Meetkunde voor vwo wiskunde B?
Loop dit bewijs zelf na. Zorg ervoor dat je elke stap begrijpt.