Bewijs dat de lengte van een lijnstuk vanuit het midden van een zijde van een driehoek
en evenwijdig met een andere zijde van die driehoek een lengte heeft die gelijk is
aan de helft van de lengte van de zijde waaraan het evenwijdig is.
Zo'n lijnstuk heet een middenparallel in de gegeven driehoek.
Gegeven:
is het midden van en .
Te bewijzen:
.
Bewijs:
Omdat is en (F-hoeken).
Dus zijn en gelijkvormig (hh).
De zijden van beide driehoeken hebben daarom dezelfde verhoudingen, namelijk . En dus is .
Q.e.d.
In
Loop het bewijs na. Welk gelijkvormigheidskenmerk wordt gebruikt?
Teken de lijnstukken en . Deze lijnstukken snijden elkaar in punt . Welke twee gelijkvormige driehoeken ontstaan nu?