In de figuur hiernaast zie je twee lijnstukken E B en D C die elkaar snijden in A . Verder is gegeven ∠ B = ∠ D .
Bereken de lengte van A D en die van E D .
In driehoek A B C is D het midden van B C en E het midden van A C . De lijnstukken B E en A D snijden elkaar in S .
Bewijs dat | A S | : | S D | = | B S | : | S E | = 2 : 1 .