Vierhoeken en cirkels > Vierhoeken
12345Vierhoeken

Voorbeeld 2

Bekijk de applet.

Stelling:

"In een parallellogram zijn de overstaande zijden even lang. (stelling parallellogram)"

Lever het bewijs van deze stelling.

> antwoord

Te bewijzen:
In vierhoek A B C D is | A B | = | C D | en | B C | = | A D |.

Bewijs:
Trek diagonaal B D. Omdat A B C D een parm is zijn de overstaande zijden evenwijdig. En dus: A B D = C D B en A D B = C B D (Z-hoeken).
Omdat | D B | = | B D | is A B D C D B (HZH). En daarom is | A B | = | C D | en | B C | = | A D |.
Q.e.d.

Opgave 7

In Voorbeeld 2 wordt een stelling bewezen voor een parallellogram. Bekijk de structuur van het geleverde bewijs.

a

Bekijk de definitie van een ruit.

b

Bewijs de stelling: "In een ruit delen de diagonalen de hoeken middendoor."

verder | terug