Vierhoeken en cirkels > Koordenvierhoeken
12345Koordenvierhoeken

Verwerken

Opgave 12

In een cirkel met middelpunt M zijn twee koorden A S en B S gegeven. Beide koorden hebben dus een gemeenschappelijk punt S op de cirkel. Bewijs dat S, M en de middens van de twee koorden op één cirkel liggen.

Opgave 13

Twee cirkels c 1 en c 2 snijden elkaar in de punten A en B. Door A loopt een lijn die c 1 snijdt in C en c 2 snijdt in E. Door B loopt een lijn die c 1 snijdt in D en c 2 snijdt in F.

Bewijs dat C D en E F evenwijdig zijn.

Opgave 14

In een cirkel is A B een koorde.

Bewijs met behulp van congruentie dat de loodlijn door M op die koorde door het midden ervan gaat. (Dit is de andere helft van de stelling loodlijn op koorde.)

Opgave 15

Bewijs dat de middelloodlijnen van de zijden van een koordenvierhoek door één punt gaan.

Opgave 16

Bekijk de applet.

De Indiasche wiskundige Brahmagupta bewees in de zevende eeuw:
"Als van een koordenvierhoek de diagonalen elkaar loodrecht snijden in S, dan staat de lijn die het midden van een zijde met S verbindt loodrecht op de overstaande zijde."

Je gaat deze stelling zelf bewijzen.

a

Welke twee driehoeken moeten gelijkvormig zijn als deze stelling waar is?

b

Bewijs de stelling door aan te tonen dat de driehoeken bedoeld bij a inderdaad gelijkvormig zijn.

verder | terug