Vierhoeken en cirkels > Koordenvierhoeken
12345Koordenvierhoeken

Uitleg

Bekijk de applet.

Stelling:

Twee omtrekshoeken bij een koorde en aan verschillende kanten van die koorde zijn samen 180 °.

Gegeven:
De omtrekshoeken A C B = α en A D B = β op koorde A B waarbij C en D aan verschillende kanten van die koorde liggen.

Te bewijzen:
α + β = 180 ° .

Bewijs:
Je zoekt een verband met de middelpuntshoek bij de koorde. Het middelpunt van de cirkel is M. Teken de hulplijnen M A, M B en M C en geef gelijke hoeken aan in de gelijkbenige driehoeken M A C en M B C. Laat M A C = γ , M B C = δ .
Dan is in vierhoek M A C B : A M B + 2 γ + 2 δ = 360 ° .
Nu is γ + δ = α en A M B = 2 β (stelling van de omtrekshoek). Dus is 2 α + 2 β = 360 ° en α + β = 180 ° . Q.e.d.

Je noemt vierhoek A D B C een koordenvierhoek omdat alle zijden ervan koorden in deze cirkel zijn. Uit de bewezen stelling volgt meteen dat in elke koordenvierhoek de overstaande hoeken samen 180 ° zijn.

Opgave 2

Bekijk de Uitleg .

a

Wat is een koordenvierhoek?

b

Teken een vierhoek die geen koordenvierhoek is.

c

Welke eigenschap is het kenmerk van een koordenvierhoek? Ga na, dat die voor de vierhoek die je bij b hebt getekend ook niet geldt.

Opgave 3

Bekijk het bewijs van de koordenvierhoekstelling.

a

Teken een koordenvierhoek A D B C zoals in de figuur en zet koorde A B er in. Teken ook de in het bewijs benodigde extra lijnstukken en geef de hoeken α, β, γ en δ in de figuur aan.

b

Loop nu het bewijs van de koordenvierhoekstelling nog eens na.

Opgave 4

Bekijk de figuur in de Uitleg . Bewijs de koordenvierhoekstelling ook voor de hoeken bij A en B.

verder | terug