Vierhoeken en cirkels > Raaklijnen
12345Raaklijnen

Verwerken

Opgave 11

In de figuur hiernaast is r een raaklijn aan de gegeven cirkel.

Bereken de hoeken waarin een vraagteken staat.

Opgave 12

Op een cirkel met middelpunt M liggen de punten A en B. l is de raaklijn in A en m is de raaklijn in B aan deze cirkel. Beide raaklijnen snijden elkaar in punt S.

a

Bewijs dat A S B M een koordenvierhoek is.

Neem nu aan dat beide raaklijnen elkaar niet snijden, maar evenwijdig zijn.

b

Bewijs dat de punten A, B en M dan op één lijn liggen.

Opgave 13

Een cirkel c 1 met middelpunt M 1 en een cirkel c 2 met middelpunt M 2 hebben een koorde A B gemeenschappelijk. M 1 en M 2 liggen aan weerszijden van A B.

Bewijs: "Als A M 1 B M 2 een koordenvierhoek is, dan is de lijn door M 1 en A een raaklijn van c 2 ."

Opgave 14

Vanuit een punt P buiten een cirkel met middelpunt M zijn raaklijnen aan die cirkel getrokken. De raakpunten zijn A en B. Bewijs dat P = 180 ° A M B.

Opgave 15

Stel je twee even grote cirkels voor die geen enkel punt gemeen hebben. Ook ligt het middelpunt van elk van die cirkels niet binnen de andere cirkel.

a

Leg uit hoe je een gemeenschappelijke raaklijn aan beide cirkels construeert zo, dat beide cirkels aan dezelfde kant van die raaklijn liggen.

b

Leg uit hoe je een gemeenschappelijke raaklijn aan beide cirkels construeert zo, dat beide cirkels niet aan dezelfde kant van die raaklijn liggen.

verder | terug