In deze figuur zijn twee elkaar rakende cirkels en getekend met middelpunten respectievelijk en . Het raakpunt van deze cirkels is . Lijn raakt in en in . De gemeenschappelijke raaklijn aan en in snijdt lijn in punt .
Bewijs dat de punten , en op één cirkel met middelpunt liggen.
Verder is gegeven dat een middellijn van is.
Bewijs dat , en op één lijn liggen.
(bron: examen wiskunde B1,2 vwo 2002, eerste tijdvak)
Twee cirkels en snijden elkaar in de punten en . en verdelen in twee bogen: de ene boog ligt binnen , de andere boog ligt buiten . Op de boog van buiten liggen de punten en . De lijnen en snijden nog in de punten en . De lijnen en snijden nog in de punten en .
Bewijs dat de bogen en even groot zijn.
(bron: examen wiskunde B1,2 vwo 2003, eerste tijdvak)
Gegeven zijn twee evenwijdige lijnen en en een punt er tussenin. Je kunt op elk van de twee gegeven lijnen een punt tekenen zo dat deze punten samen met punt de hoekpunten zijn van een rechthoekige, gelijkbenige driehoek. Een dergelijke driehoek noemen we een geodriehoek. Er zijn verschillende gevallen mogelijk. In deze opgave bekijken we de situatie waarbij het hoekpunt van de rechte hoek van de geodriehoek rechts van punt op ligt. Hieronder staat eerst een constructie. Daarna wordt aan je gevraagd te bewijzen dat het resultaat inderdaad een geodriehoek is.
Op zijn de punten en getekend zo dat en . Punt is op getekend zo dat . Op is vervolgens punt getekend zo dat . Er geldt: vierhoek is een koordenvierhoek.
Bewijs dit.
Bewijs dat driehoek een geodriehoek is.
(bron: examen wiskunde B vwo 2010, eerste tijdvak)