Afstanden en grenzen > Het begrip afstand
12345Het begrip afstand

Uitleg

Hier zie je een eiland, aangegeven als het gebied G.
Verder zie je een punt P.
De afstand van punt P tot dit gebied is de lengte van het kortste lijnstuk tussen P en een punt van het gebied. Het punt V dat het dichtst bij P ligt heet het voetpunt van P en het kortste lijnstuk P V heet de voetlijn. De afstand van P tot G is de lengte van lijnstuk P V.
Dit schrijf je zo: d ( P , G ) = | P V | .

Punt V ligt op de grens van gebied G, maar welk punt V precies is, is in de praktijk nog een hele uitzoekerij. Je zult in dit onderdeel dan ook een flink aantal speciale situaties tegenkomen.

Je ziet dat P een plaats op een eiland E is. d ( P , G ) is niet de kortste afstand van eiland E naar eiland G. De kortste verbindingslijn tussen beide gebieden zit op een andere plek zoals je in de figuur ziet. De eindpunten van dat kortste lijnstuk tussen beide gebieden liggen op de randen van de gebieden.

Het midden van dit lijnstuk zit even ver van beide gebieden af en is dus geschikt als grenspunt van de territoriale wateren tussen beide eilanden. Zo kun je door over de rand van E te lopen en steeds het midden te nemen van de kortste verbindingslijn vanaf de plaats waar je bent naar G de grens van de territoriale wateren tussen beide gebieden bepalen.

Opgave 2

Bekijk in de Uitleg wat je onder het begrip afstand verstaat. Bekijk vervolgens de figuur hiernaast. De "eilanden" zijn wat vereenvoudigd en er is een rechthoekig rooster aangebracht.

a

Hoe groot is de afstand tussen P en Q?

b

Hoe groot is de afstand tussen P en gebied G?

c

Hoe groot is de afstand van Q tot gebied G?

d

Hoeveel bedraagt de afstand tussen de eilanden E en G?

Opgave 3

Op het werkblad zie je de figuur uit de voorgaande opgave nog eens.

a

Teken in de figuur het voetpunt van P op het eiland G.

b

Teken in de figuur het punt dat gelijke afstand heeft tot P en eiland G.

c

Teken alle punten die een gelijke afstand hebben tot beide eilanden.

verder | terug