Op het werkblad zie je de onderstaande figuur.
Bepaal de afstand van tot de gebieden en . Teken telkens het bijbehorende voetpunt.
Bepaal ook de afstand tussen beide gebieden.
Twee evenwijdige lijnen en worden gesneden door een derde lijn .
Hoeveel punten hebben gelijke afstanden tot alle drie de lijnen? Maak een geschikte tekening om je antwoord te verduidelijken.