In een rij getallen met een bepaalde regelmaat, heten de getallen termen.
De nummering van deze termen kun je bij `0` of bij `1` laten beginnen.
Noteer de eerste term als `u_0` of `u(0)` wanneer de nummering bij `0` begint.
Noteer de eerste term als `u_1` of `u(1)` wanneer de nummering bij 1 begint.
Omschrijf de rij zelf als: `u_n` of `u(n)` , waarin `n` het nummer aangeeft. Geef daarbij aan of `n` bij `0` of bij `1` begint.

Je kunt twee soorten rijen onderscheiden:
Een rij met een lineair verband is een rij waarbij de regelmaat "plus" of "min" een vast getal is.
Een rij met een exponentieel verband is een rij waarbij de regelmaat "keer" of "gedeeld door" een vast getal is.