Bekijk de rij `2, 5, 8, 11, 14, ...` met `n = 0, 1, 2, 3, ...`
Is dit een rij met een lineair verband of een rij met een exponentieel verband?
Schrijf de volgende vijf termen op.
Beschrijf de rij met een recursieformule.
Bekijk de rij `2` , `6` , `18` , `54` , `162, ...` met `n=0, 1, 2, 3, ...`
Is dit een rij met een lineair verband of een rij met een exponentieel verband?
Schrijf de tiende term op.
Beschrijf de rij met een recursieformule.
Van een aantal rijen met een bepaalde regelmaat is het begin gegeven. Stel telkens een recursieformule op. Begin de nummering bij `n = 0` .
`u` : `6` , `11` , `16` , `21, ...`
`v` : `1024` , `512` , `256` , `128` , `64` , `32, ...`
`w` : `13` , `8` , `3` , `text(-)2` , `text(-)7, ...`
Van een rij met een lineair verband is de derde term `10` en de zevende term `22` . Bepaal een recursieformule voor de rij. Geef duidelijk de nummering aan.
Sara zet een deel van haar geld op een spaarrekening. Op deze rekening krijgt ze `3,1` % rente. Deze rente wordt elk jaar verrekend. Stel dat Sara `c` euro op haar rekening zet en het daar laat staan zonder er iets op te storten of van op te nemen. De rij `R` geeft het verloop van het bedrag op de spaarrekening weer, met `R_n` het bedrag na `n` jaar.
Geef een recursieformule (in termen van `c` ) voor het verloop van `R_n` , met `n=0, 1, 2,...`
Neem `c = 1000` . Sara haalt aan het begin van het vierde jaar al het geld van de rekening. Hoe groot is haar winst?
Kim zet op 1 januari 2015 een bedrag van € 1240,00 op een spaarrekening. Ze maakt aan het begin van elke maand € 50,00 naar die spaarrekening over, te beginnen op 1 februari 2015. Ze krijgt aan het eind van elke maand `0,5` % rente over het saldo van dat moment. Ze haalt geen geld van deze spaarrekening en ze doet ook geen andere stortingen.
Stel een recursieformule op voor het saldo `S` met de tijd `t` in maanden. Neem `t = 0` op 1 januari 2015.