Rijen > Werken met rijen
12345Werken met rijen

Voorbeeld 2

Verzekeringsmaatschappijen A en B bieden allebei een zorgverzekering. De verzekering van maatschappij A kost € 85,00 en die van B € 90,00. De prijs neemt bij beide verzekeraars jaarlijks toe. De prijs van A lineair met € 2,00 per jaar, de andere prijs exponentieel met `1,6` % per jaar.

Stel een formule op voor de prijs van de zorgverzekering bij maatschappij A en B, en verantwoord de keuze voor de nummering van de rijen. De zorgverzekering bij maatschappij A is in eerste instantie goedkoper. Na verloop van tijd is deze verzekering duurder. Na hoeveel jaar is de zorgverzekering bij maatschappij A weer voordeliger dan die bij B?

> antwoord

Bij verzekeringsmaatschappij A noem je de rij jaarlijkse prijzen `a` , en bij B noem je die `b` . De directe formules zijn:

`a_n = 85 + 2n` met `n = 0, 1, 2,...`
`b_n = 90*1,016^n` met `n = 0, 1, 2, ...`

Tel vanaf `n = 0` , zodat je goed uitkomt met de uitspraak: "De prijs na `n` jaar is..."

Voer beide rijen in op de grafische rekenmachine en bekijk de tabel. Hieruit blijkt dat `a_n lt b_n` voor `n ge 31` . Na 31 jaar is zorgverzekering A weer voordeliger dan B.

Je kunt ook werken met de recursieformules:

`a_n = a_(n-1) + 2` met `a_0 = 85` (of `a_1 = 85` als je vanaf `n = 1` wilt tellen)
`b_n = 1,016b_(n-1)` met `b_0 = 90` (of `b_1 = 90` )

Hier is alleen de invoer anders; de tabel is verder hetzelfde.

Opgave 7

Verzekeringsmaatschappij C biedt een zorgverzekering aan met een premie van € 88,00. Jaarlijks wordt de prijs verhoogd. Dit doen ze door de premie met `2,7` % te laten toenemen, maar er daarna ook weer € 1,50 van af te trekken.
Onderzoek na hoeveel jaar de premie duurder is dan € 100,00.

Opgave 8

Voor een experiment nemen Willem en Linda een groot vel papier van 1 m2. Willem knipt dit meteen in twee helften. Vervolgens neemt hij één van de helften, en halveert deze weer. Zo gaat hij alsmaar door. Intussen houdt Linda twee rijen bij. Rij `p` is de oppervlakte van één van de helften papier die Willem in zijn handen heeft (m2), en rij `q` is het aantal stukken papier dat er in totaal ligt.

a

Stel een directe formule op voor `p` en `q` en licht je keuze voor de nummering toe.

b

Na hoeveel keer knippen is de oppervlakte van één van de velletjes kleiner dan `1`  cm2?

c

Na hoeveel keer knippen is de gemiddelde oppervlakte van alle velletjes kleiner dan `0,23` m2?

verder | terug