Werken met formules > Formules gebruiken
12345Formules gebruiken

Antwoorden van de opgaven

Opgave
a

Lengte l en breedte b. De omtrek P en de oppervlakte A liggen vast.

b

l b = 5000 en 2 l + 2 b = 360 .

c

Maak bijvoorbeeld twee grafieken van l afhankelijk van b.

Opgave
a

oppervlakte = 6 × breedte

b

lengte × breedte = 12

c

oppervlakte = lengte2

d

B bij a, A bij b en C bij c

Opgave
a

Je betaalt € 0,08 per belminuut, maar daar bovenop moet je nog de abonnementskosten verrekenen per belminuut.

b

de grafiek is een kromme lijn door ( 10 ; 2,48 ) , ( 20 ; 1,28 ) , ( 30 ; 0,88 ) , ( 40 ; 0,68 ) , ( 60 ; 0,48 ) , ( 80 ; 0,38 ) , etc.

c

600

Opgave
a

v = 5 - 9,8 t

b

rechte lijn door ( 0 , 5 ) en ongeveer ( 0,5 ; 0 )

c

Positieve snelheid: bal gaat omhoog; negatieve snelheid: bal gaat omlaag.

d

Als de snelheid 0 is, dus als t = 5 / 9,8 0,510 sec.

e

v = 0 geeft t 0,5

Opgave
a

Ja

b

Nee

c

Nee

d

Ja

e

Nee

f

Ja

Opgave

Alleen de formule uit c.

Opgave
a

cm3

b

804,25  cm3

c

V = 16 π r 2

d

Doen, maak eerst een geschikte tabel.

e

bijvoorbeeld h = ( 1000 ) ( π r 2 )

Opgave
a

Geen formule

b

Formule

c

Formule

d

Geen formule

Opgave
a

€ 32

b

De grafiek is een kromme lijn door ( 200 ; 0,20 ) , ( 400 ; 0,20 ) , ongeveer ( 600 ; 0,17 ) en ( 800 ; 0,16 )

c

800

Opgave
a

I R = 200 met I in A en R in Ω

b

Doen, maak eerst een tabel.

c

ongeveer 13,3 V

Opgave
a

Formule

b

Geen formule

c

Geen formule

d

Formule

Opgave
a

Q I 24,07

b

Doen.

c

Doen.

d

64,8 G 81

verder | terug