Alle toegestane invoerwaarden samen vormen het domein van een functie. Het domein wordt bepaald door
beperkingen vanwege het functievoorschrift;
beperkingen vanuit de situatie.
Het domein van functie wordt aangegeven door .
Alle mogelijke functiewaarden samen vormen het bereik van een functie. Om het bereik van een functie te kunnen bepalen je een goed beeld van de grafiek van nodig. Daarbij zijn de toppen van een grafiek vaak van belang. In een top heeft de functie een maximum (grootste functiewaarde) of een minimum (kleinste functiewaarde). Het bereik van functie wordt aangegeven door .
Voor domein en bereik van een functie wordt meestal de intervalnotatie gebruikt.
Een interval is een aaneengesloten verzameling reële getallen, een stukje getallenlijn dus.
In de
Alle reële getallen noteer je als .