Functies en grafieken > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave
a

( 0 , 0 ) en ( - 20 , 0 )

b

( -10 , 5000 ) en ( 0 , 0 )

c

x -10

Opgave
a

( -20 , 0 ) , ( 0 , 0 ) , ( 20 , 0 ) ; D f = en B f = [ -40000 ,

b

( -1580 , 0 ) ; D g = , 20 ] en B g = [ -40 ,

Opgave
a

x = 0 en y = 4

b

D f = , 0 0 , en B f = , 4

c

x -0,71 x 0,71

Opgave
a

S ( a ) = 4 3 π ( 5 + 0,5 a ) 3

b

Instellingen: 0 x 30 en 0 y 10000 .

c

5000  cm3 als a 11,22 , dus na ongeveer 11 omwentelingen.

Opgave
a

Eerst 10 verschuiven in de x -richting, dan vermenigvuldigen met 0,25 in de y -richting, dan -16 verschuiven in de y -richting.

b

( 6 , 0 ) en ( 14 , 0 ) , top ( 10 , -16 ) .

c

10 - 104 4 < x < 10 + 104 4

Opgave
a

0 T 4,0142

b

T = 3 geeft 2 π l 9,8 = 3 en dus l 2,234 .
De lengte van het touw is ongeveer 2,23  m.

c

l = 9,8 T 2 4 π 2

Opgave Airco kaduuk
Airco kaduuk
a

Z ( 0 ) = 200

b

Gebruik je GR en bereken daarmee het minimum en de bijbehorende t = 10 .

c

GR: 22,4 minuten.

Opgave Economisch model
Economisch model
a

Doen.

b

Maximale winst bij p = 13 van € 9800 per week.

c

Verkoop is dan q = 900 blikken per dag en hij raakt dus niet alles binnen de gestelde termijn kwijt. Winst: 27000 ( 1,60 - 0,90 ) = 18900 euro.

d

W = ( 2,5 - 0,001 q ) q - 0,9 q invoeren in de GR.
De maximale winst per dag blijkt bij q = 800 op te treden en bedraagt 640 euro.
De handelaar doet dan 37,5 dagen over de verkoop van zijn blikken, maar de totale winst is 24000 euro.
De verkoopprijs is dan € 1,70.

Opgave Kartonnen bakje
Kartonnen bakje
a

I = x ( 12 - 2 x ) ( 20 - 2 x )

b

D I = [ 0 , 6 ] en B I = [ 0 ; 262 , 68 ] .

c

2,43 cm.

Opgave Toltunnel
Toltunnel
a

T = 2 geeft A = 30100 . De totale dagopbrengst aan tolgeld is dan € 60200.

b

De totale dagopbrengst is D = A T = 400 T 3 - 9150 T 2 + 46800 T .
Met de GR vind je een maximum bij T = 3 , 25 .

c

T = 2,40 geeft A = 27144 .
T = 2,52 geeft A = 26282 .
Er zijn dan dus 862 auto's minder. En dat is ongeveer 3,18%.

(bron: examen wiskunde A vwo 1992, eerste tijdvak; gulden vervangen door euro)

Opgave Wielrennen
Wielrennen
a

In 1  uur reed Indurain 53040 250 = 212,16 ronden.
In 1  uur reed Rominger 55291 250 = 216,164 ronden.
Rominger legde 9,004 ronden meer af en zou Indurain dus 9 keer hebben ingehaald.

b

GR: y 1 = ( 0,15 x 2 + 4 ) x en y 2 = 300 met venster op 0 x 15 en 0 y 350 .
Daan kan ongeveer 11,89 m/sec behalen en dat is ongeveer 42,8  km/uur.

c

W 420 Joule/sec (aflezen). Met v = 15,3 levert dit op: ( k 15,3 2 + 4 ) 15,3 = 420 .
Dit geeft: k 0,10 .

d

Maximale vermogen op zeeniveau is ongeveer 465 Joule/sec (aflezen).
Dan geldt k = 0,13 en Indurain's snelheid was 53,040 km/uur, dus ongeveer 14,73 m/sec.
Volgens de formule moet hij dan een vermogen leveren van W 474 , 4 Joule/sec.
Volgens de maker van de figuur kan dit niet.

(bron: examen wiskunde A vwo 1999, tweede tijdvak)

verder | terug