Logaritmische functies > Logaritmische functies
12345Logaritmische functies

Voorbeeld 1

Bepaal de karakteristieken van de logaritmische functie f ( x ) = 1 + 0,5 log ( x ) en bereken het nulpunt van de grafiek.
Leg uit waarom deze functie dezelfde grafiek heeft als g ( x ) = 1 2 log ( x ) .

> antwoord

De grafiek van f kan uit de grafiek van y = 0,5 log ( x ) ontstaan door deze 1 eenheid in de y-richting te verschuiven. Omdat het grondtal tussen 0 en 1 ligt is de grafiek dalend. Verder moet x > 0, dus D f = 0 , en B f = .
De verticale asymptoot is x = 0, de grens van het domein.

Het nulpunt bereken je zo: f ( x ) = 0 geeft 0,5 log ( x ) = -1 .
Hieruit volgt: x = 0,5 -1 = 1.
Het nulpunt is daarom ( 2 , 0 ) .

Deze functie f heeft dezelfde als functie g omdat 0,5 log ( x ) = 2 log ( x ) / 2 log ( 0,5 ) = - 2 log ( x ) .

Opgave

Teken de grafieken van y 1 = ( 1 2 ) x en y 2 = 1 2 log ( x ) op je grafische rekenmachine. De eigenschappen van y 2 kun je afleiden uit die van y 1 . Bekijk de Theorie .

a

Schrijf het domein, het bereik en de asymptoot van de functie y 2 op.

b

Voor welke waarde van x is y 2 = 2 ?

c

Voor welke waarden van x geldt y 2 > 2 ?

Opgave

Maak de grafiek van de functie f ( x ) = 3 log ( x ) .

a

Schrijf het domein, het bereik en de asymptoot van de functie f op.

b

Voor welke waarde van x is f ( x ) = 2 ?

c

Voor welke waarden van x geldt f ( x ) > 2 ?

d

Voor welke waarden van x geldt f ( x ) < 2 ?

Opgave

In Voorbeeld 1 zie je hoe de karakteristieken van een logaritmische functie kunnen worden berekend.
Maak de grafiek van de functie f ( x ) = -1 + 2 0,3 log ( x - 1 ) .
Gebruik eventueel de applet bij Practicum.

a

Schrijf het domein en het bereik van f op.

b

Schrijf de vergelijking van de verticale asymptoot op.

c

Door welke transformaties ontstaat de grafiek van f uit die van y = 0,3 log ( x ) ?

d

Bereken algebraïsch het nulpunt van de grafiek van f .

verder | terug