Je ziet hier de grafiek van .
Deze uitdrukking is gelijkwaardig met .
Verwissel je nu en , dan krijg je .
De grafiek van deze tweede logaritmische functie ontstaat dus door vanuit een exponentiële functie terug te rekenen (de inverse bewerking
uit te voeren) en vervolgens en te verwisselen.
De grafiek wordt dan gespiegeld in de lijn .
Bij elk punt op de grafiek van hoort een punt dat ontstaat door en te verwisselen op de grafiek van .
De karakteristieken van een logaritmische functie zijn daarom af te leiden uit die van een exponentiële functie (met hetzelfde grondtal) door en te verwisselen. Beide functies zijn elkaars inverse functie.
In de
Maak beide grafieken op je grafische rekenmachine.
Het punt ligt op de grafiek van . Welk punt op de grafiek van is het spiegelbeeld van dit punt bij spiegeling in de lijn ?
Noem nog twee punten op de grafiek van en het bijbehorende spiegelbeeld op de grafiek van .
Welke verband bestaat er tussen het bereik van en het domein van ?