Veranderingen > Per stap
123456Per stap

Antwoorden van de opgaven

Opgave
a

Doen.

b

Staaf in positieve richting: stijging.
Staaf in negatieve richting: daling.

c

Langere staaf betekent grotere snelheid.

d

Je weet dan wanneer bepaalde gedeelten ondiep worden en hoeveel tijd je nog hebt om er overheen te varen.

Opgave
a

Zie tabel:

t  0  3  6  9 12 15 18 21 24
T 10 7,5  8 12 17 21 18 13  8
T -- ”2,5 0,5  4  5  4 ”3 ”5 ”5
b

Doen.

Opgave
a

Zie tabel.

x  ”2  ”1   0   1   2
y  ”8  ”1   0   1   8
y --   7   1   1   7
b

Zie grafiek.

Opgave
a

GR: Y1=-X^3+6*X en Y2=Y1(X)−Y1(X−1) en tabel met stapgrootte 1.

b

Wat weet je op grond van alleen de toenametabel van het maximum van deze functie?

Dat zit tussen x = 0 en x = 1 want bij die waarden horen dezelfde toenamen.

Dat zit tussen x = 0 en x = 1 want bij die waarden horen de grootste toenamen.

Dat zit bij x = 1 , 5 want precies daar gaan de toenamen over in afnamen.

Tussen x = 1 en x = 2 want bij die waarden gaan de toenamen over van positief in negatief.

c

Doen.

Opgave

Zie figuur

Opgave
a

Zie tabel.

x   0   1   2   3   4   5   6   7   8   9  10  11  12
y   4   5   7  10   7   5   4   3   2   1   0  ”1  ”2
b

Je kunt wel een mogelijke grafiek van f tekenen. Maar waarom zijn er nog meerdere mogelijkheden?

Het toenamediagram is te onduidelijk om functiewaarden nauwkeurig uit af te lezen.

Omdat een toenamediagram een vaste stapgrootte heeft kun je geen tussenliggende functiewaarden bepalen.

Er zijn meerdere toenametabellen mogelijk bij dit toenamediagram.

Opgave

Zie tabel voor verschillen per toenamestap.

x -2 -1 0 1 2 3
y -4 1 4 5 4 1
y -- 5 3 1 -1 -3
Opgave
a

GR: Y1=0.5X^4−4X^2+8 en Y2=Y1(X)−Y1(X−1); tabel met stapgrootte 0,5 vanaf x = - 3 .

b

0 , 1

c

Drie keer tekenwisseling bij de toenames.

Opgave
a

Zie grafiek.

b

Rond 15:00 uur.

c

Nee, niet precies, er is maar om het uur gemeten.

Opgave
a

Tabel maken van V

b

Zie tabel.

c

Zie grafiek.

d

Afnemende daling, de afnames worden kleiner.

e

De afnames naderen naar 0. De grafiek van N heeft dan een horizontale asymptoot.

Opgave
a

Zie grafiek.

b

Alle toenames zijn positief of 0.

c

Er is om het jaar gemeten, wat er binnen zo'n jaar gebeurt weet je niet. Hoewel een dalende lichaamslengte voor iemand's 25e wel wat vreemd zou zijn...

d

Ongeveer vanaf zijn 20e verjaardag. De toenames zijn dan vrijwel 0.

e

Vanaf zijn 12e tot zijn 15e verjaardag. De toenames zijn dan constant.

Opgave
a

GR: Y1=-0.5X^4+4X^2 en Y2=Y1(X)−Y1(X−1); tabel met stapgrootte 0,5 vanaf x = -4

b

-1 , 0 , de afnames worden dan kleiner.

c

Waar tekenwisseling plaats vindt.

Opgave

Zie figuur.

verder | terug