Veranderingen > Hellingsgrafiek
123456Hellingsgrafiek

Antwoorden van de opgaven

Opgave
a

v = 4 t

b

Wordt een parabool.

c

s = 2 t 2 geeft s ( 20 ) = 800 m.

Opgave
a

Zie tabel.

x -3 -2 -1 0 1 2 3
f ' ( x ) ”6 ”4 ”2 0 2 4 6
b

Doen.

Opgave
a

Zie tabel.

x -3 -2 -1 0 1 2 3
f ' ( x ) 7,5 0 ”4,5 ”6 ”4,5 0 7,5
b

Doen.

c

0

d

f ' heeft een minimum van -6 voor x = 0 .
De grafiek van f gaat daar van toenemend dalend over naar afnemend dalend.

Opgave
a

Wat betekent het voor de grafiek van de functie als de hellingsgrafiek onder de x -as ligt?

De functiewaarden zijn dan negatief.

De grafiek is dan stijgend.

De grafiek is dan dalend.

De grafiek heeft dan een minimum.

b

Soms is een grafiek toenemend stijgend. Hoe zie je dat aan de hellingsgrafiek?

De hellingsgrafiek ligt dan boven de x -as.

De hellingsgrafiek is stijgend.

De hellingsgrafiek ligt boven de x -as en is stijgend.

De hellingsgrafiek heeft een maximum.

c

Hoe vind je de extremen van een functie uit de hellingsgrafiek?

Je bekijkt voor welke waarden van x de hellingsgrafiek een maximum of een minimum heeft.

Je bekijkt voor welke waarden van x de helling overgaat van positief in negatief (of omgekeerd).

Je bekijkt voor welke waarden van x de helling de waarde 0 heeft.

Dat kun je niet uit de hellingsgrafiek alleen aflezen.

Opgave
a

GR: Y1=0.5X^3−6X en Y2=(Y1(X+0.0001)−Y1(X))/0.0001

b

f ' ( 1 ) = -4,5 en f ( 1 ) = -5,5 dus de raaklijn wordt: y = -4,5 x - 1

c

Het minimum van f is -8 en zit bij x = 2 .
Je GR rekent dit minimum waarschijnlijk wel netjes uit, maar het nulpunt van de hellingsgrafiek kon wel eens een benadering opleveren omdat je met een benadering van de hellingsgrafiek werkt.

Opgave
a

a ' ( 5 ) = 12 m/s en dat is 43,2  km/h

b

De grafiek van v ( t ) is een rechte lijn door ( 0 , 0 ) en ( 5 , 12 ) .

c

v ( t ) = 2,4 t

d

2,4 t 13,89 oplossen geeft t 5,8 seconden.

Opgave
a

De grafiek van f heeft:

precies één extreme waarde van 6 voor x = 0 ;

geen extremen want de hellingsgrafiek is dalend;

geen extremen want de grafiek van de functie zelf is ook dalend;

een maximum voor x = 3 ;

b

Als f ( 0 ) = 5 , welke van deze grafieken A, B, C of D is dan een mogelijke grafiek van f ?

A
B
C
D
Opgave
a

Welke van deze tekenschema’s is van de bijbehorende hellingsfunctie?

A
B
C
D
b

Voor x = 0 is de helling van de grafiek van f gelijk aan 0.
Waarom heeft de grafiek van f geen extreme waarde voor x = 0 ? (Geef alle goede antwoorden aan.)

De grafiek is altijd stijgend, behalve bij x = 0 .

Het tekenschema van de afgeleide wisselt bij x = 0 niet van teken.

De functie heeft geen horizontale raaklijn voor x = 0 .

De functie heeft wel een horizontale raaklijn voor x = 0 maar gaat daar niet over van stijgend in dalend.

Opgave

Welke van deze grafieken is een mogelijke grafiek van f ?

A
B
C
D
Opgave

f ' ( x ) = 2 x

Opgave

De blauwe (lang gestippelde) grafiek.

Opgave
a

f ' ( 1 ) = -2 ; g ' ( 1 ) = 0,5 ; h ' ( 1 ) = -4 ; k ' ( 1 ) = 0

b

Gebruik je GR.

c

Nulpunten van de hellingsgrafieken opzoeken.
f : max. f ( 0 ) = 4
g : min. g ( 0 ) = 3
h : geen extremen
k : max. k ( 1 ) = 3

Opgave
a

-1 , 1

b

x = 1

c

Nee, daarvoor moet je het functievoorschrift van f weten.

d

De juiste grafiek is die van f ( x ) = - 2 3 x 3 + 2 x + 2 , maar dat kun je zelf (waarschijnlijk) niet afleiden.
Het is goed genoeg als je grafiek door ( 0 , 2 ) gaat en een maximum heeft voor x = 1 en een minimum voor x = -1 .

Opgave

Zie figuur.

Opgave
a

Gebruik je GR.

b

v ( t ) = 3,2 t

c

3,2 t 22,22 oplossen geeft t 6,9 s.

Opgave
a

Eigen antwoord.

b

40

c

y = 40 x 1600

d

Gebruik je GR.

e

Nulpunten van de hellingsgrafiek bepalen en de gevonden x -waarden invullen in f .
Je vindt: min. f ( 2,53 ) -26,26 en max. f ( -0,52 ) 2,26 .

Opgave

f ' ( x ) = x + 3

Opgave

Gebruik je GR. Je vindt: f ' ( x ) = 2 x - 4 .

Opgave

De grafiek van g moet in ieder geval door ( 2 , 4 ) gaan en drie extremen hebben: maxima voor x -2,4 en x 2,4 en een minimum voor x = 0 .

Opgave
a

x = 0

b

0 , 3

c

De grafiek van f moet in ieder geval door ( 0 , 1 ) gaan en twee extremen hebben: een maximum voor x = 0 en een minimum voor x = 3 .

verder | terug