Veranderingen > Hellingsgrafiek
123456Hellingsgrafiek

Voorbeeld 1

Hier zie je de grafiek van de functie f met voorschrift f ( x ) = 0,5 x 4 4 x 2 .

Teken de grafiek van de bijbehorende hellingsfunctie f ' .

> antwoord

Maak met behulp van je grafische rekenmachine een tabel met hellingsgetallen:

x -3 -2 -1 0 1 2 3
f ' ( x ) -30 0 6 0 -6 0 30

En teken de bij deze tabel passende grafiek.

Je kunt ook direct je grafische rekenmachine een goede benadering van de hellingsgrafiek laten tekenen. Daartoe laat je hem voor willekeurige x het differentiaalquotiënt benaderen door een differentiequotiënt op het interval [ x , x + 0,001 ] en daarvan een grafiek maken.

Hier zie je hoe dat bij een bepaalde functie kan.

Opgave

Bekijk de Theorie nog eens.
Gegeven is de functie f met f ( x ) = 0,5 x 3 - 6 x .
In elk punt heeft de grafiek van f een bepaalde helling, die wordt bepaald door het differentiaalquotiënt f ' ( x ) in dat punt.

a

Vul deze tabel in:

x -3 -2 -1 0 1 2 3
f ' ( x )
b

Teken met behulp van deze tabel de hellingsgrafiek van de gegeven functie.

c

Welke waarde heeft f ' ( x ) in de toppen van de grafiek van f ?

d

Welke extreme waarde heeft f ' ( x ) en wat betekent dit voor de grafiek van f ?

Opgave

Er is verband tussen de grafiek en de hellingsgrafiek van een functie.

a

Wat betekent het voor de grafiek van de functie als de hellingsgrafiek onder de x -as ligt?

De functiewaarden zijn dan negatief.

De grafiek is dan stijgend.

De grafiek is dan dalend.

De grafiek heeft dan een minimum.

b

Soms is een grafiek toenemend stijgend. Hoe zie je dat aan de hellingsgrafiek?

De hellingsgrafiek ligt dan boven de x -as.

De hellingsgrafiek is stijgend.

De hellingsgrafiek ligt boven de x -as en is stijgend.

De hellingsgrafiek heeft een maximum.

c

Hoe vind je de extremen van een functie uit de hellingsgrafiek?

Je bekijkt voor welke waarden van x de hellingsgrafiek een maximum of een minimum heeft.

Je bekijkt voor welke waarden van x de helling overgaat van positief in negatief (of omgekeerd).

Je bekijkt voor welke waarden van x de helling de waarde 0 heeft.

Dat kun je niet uit de hellingsgrafiek alleen aflezen.

Opgave

In Voorbeeld 1 zie je hoe je met de grafische rekenmachine de hellingsgrafiek, de grafiek van de afgeleide, kunt benaderen.
Bekijk nu opnieuw de grafiek van f ( x ) = 0,5 x 3 - 6 x .

a

Maak met je rekenmachine de grafiek van f ' ( x ) .

b

Bepaal f ' ( 1 ) . Stel een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek van f voor x = 1 .

c

Bereken met je grafische rekenmachine het minimum van f .
Laat je grafische rekenmachine vervolgens het rechter nulpunt van f ' berekenen.
Als het goed is vind je beide keren ongeveer dezelfde waarde van x . Waarom is dat zo? En waarom is dat "ongeveer"?

Opgave

Voor een bewegend voorwerp geldt a ( t ) = 1,2 t 2 waarin a de afgelegde afstand in m en t de tijd in seconden is.

a

De snelheid van dit voorwerp na 5 seconden is a ' ( 5 ) . Bereken deze snelheid in m/s en in km/h.

b

De snelheid v is een functie van t , de hellingsfunctie a ' ( 5 ) . Teken de grafiek van v .

c

Stel een functievoorschrift op voor v ( t ) .

d

Na hoeveel seconden beweegt het voorwerp met een snelheid van 50 km/h? (Rond af op één decimaal.)

verder | terug