De rij is gegeven door .
Laat zien dat dit een meetkundige rij is.
Schrijf de som van de eerste zeven termen met het Σ-symbool en bereken die som.
Schrijf de som van de daarop volgende zeven termen met het Σ-symbool en bereken die som.
Hieronder staan telkens de twee eerste termen van een rekenkundige rij met . Schrijf bij elk geval de eerste zeven termen op en geef een directe formule voor de rij.
,
,
,
,
Bij elk van deze rijen kun je naar de som van een aantal termen kijken.
Bepaal bij elk van deze rijen de som van de eerste termen.
Bepaal bij elk van deze rijen ook .
Van een meetkundige rij is de derde term en de zevende term . Bepaal een recursieformule en een directe formule voor de rij. Geef duidelijk je nummering aan!
Twee huurders huren elk een huis tegen een jaarhuur van € 3000 in het eerste jaar. De jaarhuur van huurder A wordt elk jaar met € 140 verhoogt, die van huurder B met %.
Stel formules op voor hun jaarhuur in de opeenvolgende jaren.
In welk jaar gaat B meer huur betalen dan A? (Gebruik de grafische rekenmachine).
Hoeveel is A over de eerste tien jaar aan huur kwijt?
Hoeveel is B over de eerste tien jaar aan huur kwijt?
Je leent bij een kredietbank een bepaald bedrag tegen een rente van % per maand.
Laat zien dat dit overeen komt met een jaarrente van ongeveer %.