Kansen > Experimenteren
123456Experimenteren

Antwoorden van de opgaven

Opgave
a

10 ogen kun je op drie manieren krijgen, bij 5-5, 6-4 en 4-6
7 ogen kun je op wel zes manieren krijgen, bij 1-6, 6-1, 2-5, 5-2, 3-4 en 4-3

b

Dat kan alleen als je beschikt over een statistiek met zijn ziekte verleden.

c

Door daarvan statistieken te zoeken of zelf bij te houden.

d

Op een gewone dobbelsteen zitten evenveel kant met een even aantal ogen als met een oneven aantal ogen. Je moet er wel van uit gaan dat de dobbelsteen eerlijk is.

e

Moet je ook baseren op statistieken over voorgaande duels van dezelfde teams en zelfs dan is dit uiterst onbetrouwbaar!

f

18 van de 37 vakjes zijn rood en elk vakje heeft (als alles eerlijk toe gaat) een even grote waarschijnlijkheid.

Opgave
a

98 600

b

997 6000

c

Ja, het lijkt er op dat alle kansen op de lange duur richting de 1 6 gaan.

Opgave
a

Gewoon proberen...

b

-

c

Vaker proberen.

Opgave
a

-

b

-

c

-

d

Zie het antwoord bij opgave 1a.

Opgave
a

0, 1, 2, 3, 4, 5

b

Er 1 bij op tellen.

c

Randomgetallen genereren van 6*X+1.

d

-

e

Je zou in de buurt van 1 6 moeten uitkomen.

f

Je zou in de buurt van 1 9 moeten uitkomen.

Opgave
a

0,731

b

0,111

c

0,5%

Opgave
a

Totaal 5280, gunstig 432. De gevraagde kans is 432 5280 8 %

b

432 10000 4 , 3 %. Er zijn 432 kleurenblinde mannen op de 10000 personen (mannen en vrouwen). Bij a ging het alleen om de kleurenblinde mannen, dus op de 5280 mannen.

Opgave
a

Ja, kan bij eerlijke dobbelsteen.

b

Kan niet, want deze dobbelsteen is oneerlijk.

c

Kan bij eerlijke dobbelsteen.

Opgave

Simulatie met toevalsgetallen 1 t/m 4. 1 4 Dat kan op verschillende manieren:
- er zijn 16 mogelijke tweetallen, dus simulatie met toevalsgetallen 1 t/m 16;
- twee 'losse' dobbelstenen, eerste worpen (bijv. 20) als eerste lijst, tweede worpen (ook 20) als tweede lijst.

Opgave
a

Zie figuur.

b

Er zijn 9 mogelijke paren, die allemaal even waarschijnlijk zijn (als ze tenminste niet volgens een bepaalde strategie spelen). Elk van die mogelijkheden geef je een nummer, 1 t/m 9. De nummers 2, 4, 6, 8 zijn winst voor A, de rest voor B.

c

Nee, B heeft meer kans.

Opgave
a

300

b
c

32 300 11 %

d

70 300 23 %

e

Dat is een levensduur van minder dan 1350 en meer dan 1650  uur. Dus ongeveer 68 300 + 70 300 46 %.

Opgave
a

7 18

b

29 100

Opgave
a

Heel vaak met één van die dobbelstenen gooien en bijhouden hoe vaak elk vlakje boven komt. En daarna zou je dit ook nog met de andere dobbelsteen moeten doen.

b

Omdat bij zo'n simulatie wordt uitgegaan van gelijke kansen voor elk vlakje.

c

-

d

Je zou in de buurt van de 3 16 moeten uitkomen.

Opgave
a

Ongeveer 42,1%.

b

M: 50,3% en L: 12,6%

c

127 stuks S; 151 stuks M; 38 stuks L

Opgave
a

0,118

b

( 21 , 4 ) 200 = 0 , 107

verder | terug