Verhoudingen > Lengte en oppervlakteVoorbeeld 1
Een rond tafelblad heeft een omtrek van
`5,65`
meter.
Bereken de oppervlakte van dit tafelblad.
Als de straal van dit tafelblad `r` is, geldt:
| `5,65` | `=` | `2*pi* r` | |
| `r` | `=` | `(5,65)/(2*pi)~~0,9` |
De oppervlakte van de tafel is `pi * r^2 ~~ pi * 0,9^2 ~~ 2,54` m2.
Een gelijkzijdige driehoek, waarvan dus alle zijden even lang zijn, heeft een omtrek van `36` centimeter. Bereken de lengte van een zijde.
Een rechthoek heeft een omtrek van
`100`
centimeter. De breedte is
`17`
centimeter.
Bereken de lengte.
Een vierkant heeft een omtrek van `12` centimeter. Bereken de oppervlakte van de grootste cirkel die in dit vierkant past. Geef je antwoord in mm2 nauwkeurig.
Een cirkel heeft een oppervlakte van `2` m2. Bereken de straal van deze cirkel. Rond je antwoord af op cm.
Bekijk dit kladje van een architect. Het is het grondvlak van een schoolgebouw. Het grondvlak bestaat uit driehoek `ACD` plus een halve cirkel met middelpunt `M` .
Bereken de totale oppervlakte van dit grondvlak.
Het gebouw heeft geen verdiepingen en een plat dak. De rand van dit dak zit
`3,5`
m boven de begane grond.
Bereken de totale oppervlakte van de gevel van het gebouw, inclusief deuren en ramen.