Kansen > Experimenteren
123456Experimenteren

Uitleg

Een paar uitspraken over kansen:

  • Als je met twee dobbelstenen gooit, is de kans dat je 10 ogen gooit kleiner dan dat je 7 ogen gooit.

  • De kans dat je wiskundeleraar morgen ziek is, is erg klein.

  • De kans is groot dat een kind van wie de vader en moeder bruine ogen hebben, ook bruine ogen heeft.

Kansen druk je uit in percentages (tussen 0% en 100%) of breuken (tussen 0 en 1).
Zo kun je zeggen:

  • De kans dat je met een dobbelsteen een even aantal ogen gooit, is 50%.

  • Op grond van eerdere resultaten schat ik dat Ajax 80% kans heeft om deze wedstrijd te winnen.

  • Bij roulette heeft het balletje een kans van 18 37 om op een rood veld te komen.

Kansen spelen een belangrijke rol bij sport en spel. Bijvoorbeeld bij kansspelen zoals dobbelen en roulette. Je neemt wel aan dat dobbelstenen en roulettetafels geen afwijkingen hebben, dat geen van de mogelijke uitkomsten waarschijnlijker is dan een andere.

De kans dat iets gebeurt kun je bepalen door te proberen. Als je bijvoorbeeld de kans wilt uitrekenen dat bij het werpen met een dobbelsteen het vlakje met vijf ogen bovenkomt, kun je gewoon enkele honderden of meer keren met een dobbelsteen gooien en proefondervindelijk vaststellen welk vlakje bovenkomt. Je voert dan hetzelfde kansexperiment heel vaak uit.

uitkomst X 1 2 3 4 5 6
na 600 keer werpen 103 101 96 98 98 104
na 6000 keer werpen 1003 991 1005 997 1003 1001

Na 600 keer werpen kwam 5 ogen 98 keer voor.
De kans op 5 ogen kun je daarom benaderen door 98 600 0,163 .
Na 6000 worpen is deze benadering 1003 6000 0,167 .
De laatste schatting is betrouwbaarder omdat er meer experimenten zijn gedaan.

De berekening van deze kansen is op de uitkomsten van veel gelijke experimenten gebaseerd. Er wordt gesproken van een experimentele kans.
Bij een experimentele kans op een bepaalde uitkomst gaat het om de relatieve frequentie van die uitkomst. Deze relatieve frequenties liggen tussen 0 en 1. De betrouwbaarheid van deze experimentele kans wordt bepaald door het aantal malen dat je het experiment doet. Als je bijvoorbeeld maar 6 keer met de dobbelsteen gooit en 4 keer 5 ogen krijgt, is het niet zo zinvol om als schatting voor de kans 4 6 te nemen. Zo'n schatting heeft weinig betekenis, daarvoor moet je veel vaker werpen.

Opgave 2

Lees eerst de Uitleg goed door.

a

Waarom is bij het gooien met twee dobbelstenen de kans op 10 ogen kleiner dan die op 7 ogen?

b

Hoe zou je de kans dat je wiskundeleraar morgen ziek is kunnen vinden?

c

Hoe zou je de kans kunnen bepalen dat een ouderpaar dat allebei bruine ogen heeft ook een kind met bruine ogen krijgt?

d

Waarom is de kans dat je met een dobbelsteen een even aantal ogen gooit 50%?

e

Hoe kom je aan de kans van 80% dat Ajax een bepaalde wedstrijd wint?

f

Hoezo is de kans op een rood veld bij roulette 18 37 ? (Bekijk het plaatje van de roulette.)

Opgave 3

Lees in de Uitleg hoe kansen door experimenteren kunnen worden bepaald.

a

Hoe groot schat je de kans op vier ogen bij het 600 keer werpen met een dobbelsteen?

b

En hoe groot schat je die kans bij het 6000 keer werpen?

c

Lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat dit een eerlijke dobbelsteen is?

Opgave 4

Iemand vraagt zich af hoe groot de kans is dat een punaise, als hij valt, met de punt naar boven komt te liggen.

a

Hoe kun je een benadering krijgen van deze kans? Voer dit ook uit.

b

Welke experimentele kans heb je gevonden?

c

Zou je die kans nauwkeuriger kunnen bepalen? Zo ja, hoe dan?

verder | terug