Je hebt een ondoorzichtige doos met daarin gekleurde balletjes, groene en gele. De groene balletjes zijn genummerd 1 tot en met 7, de gele 1 tot en met 3. Je schudt die doos en haalt er zonder te kijken één balletje uit.
Hoe groot is de kans dat het een geel balletje is?
Hoe groot is de kans dat het een balletje met nummer 1 is?
Hoe groot is de kans dat het balletje nummer 4 heeft?
Hoe groot is de kans dat het een groen balletje met een nummer hoger dan 3 is?
Er wordt een loterij gehouden. De loten hebben nummers 000 tot en met 999. Alle loten zijn verkocht. Op volkomen aselecte wijze wordt een lotnummer getrokken. Daarop valt de tweede prijs.
Jij hebt het nummer 113. Hoe groot is de kans dat je die prijs hebt?
Je vriendin zegt dat ze een even lotnummer heeft. Hoe groot is de kans dat zij de tweede prijs heeft?
Hoe groot is de kans dat er een even lotnummer wordt getrokken?
Waarom zijn de kansen bij b en c verschillend?
De tweede prijs is gevallen op lotnummer 771. Hierna wordt de eerste prijs getrokken, nummer doet niet meer mee.
Hoe groot is nu jouw kans op de eerste prijs?
Hoe groot is nu de kans dat er een even lotnummer wordt getrokken?
Je werpt met twee dobbelstenen en let op het aantal ogen dat boven komt.
Hoe groot is de kans dat er ogen boven komen te liggen?
Hoe groot is de kans op hoogtens ogen?
Hoe groot is de kans op meer dan ogen?
Hoe groot is de kans op een even aantal ogen?
Bij een voetbaltoernooi wordt aan het begin van elke wedstrijd getosst met een munt om te bepalen welke ploeg mag aftrappen. Tijdens dit toernooi speelt Cambuur vier wedstrijden.
Hoe groot is de kans dat Cambuur bij de eerste wedstrijd de toss wint en mag aftrappen?
Hoe groot is de kans dat Cambuur alle vier de wedstrijden mag aftrappen?
Hoe groot is de kans dat Cambuur minstens drie keer mag aftrappen?
Je werpt met drie geldstukken.
Bepaal de kans op precies twee keer kruis.