Statistiek > Diagrammen
123456Diagrammen

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1

Eigen antwoord.

Opgave 2
a

Zie tabel.

b

Zie tabel.

c

Zie tabel.

d

Sectorhoek is relatieve frequentie maal 360, dus 26,7 100 360 = 96 ° etc.

e

Je kunt dan beter groepen vergelijken (zonder rekening te hoeven houden met de verschillende groepsgroottes).

f

Eigen invulling.

Opgave 3
a

10  cm

b

Markeringspunten zijn de middens van de staven. Dus onder deze punten een staaf tekenen zodat het punt op het midden van de bovenkant van de staaf ligt.

c

Voorgaande staven plus de staaf van de huidige klasse opstapelen.

d

Eigen antwoord.

e

Eigen antwoord.

Opgave 4
a

Eigen antwoord

b

Eigen antwoord

c

De vertrektijden.

d

Aantal ritten per heel uur.

e

Hangt van de hoeveelheid gegevens af, en wat je wilt laten zien.

Opgave 5
a

De variabele bij een histogram is altijd een kwantitatieve variabele die van laag naar hoog loopt, de variabele bij een staafdiagram mag ook kwalitatief zijn.

b

Je kunt er een frequentieploygoon van maken en het verloop vergelijken.

c

Er zit ruimte tussen de staven en dat is niet de bedoeling.

d

Een frequentiepolygoon hoort bij een histogram, een lijndiagram hoort bij een staafdiagram. In een lijndiagram zijn de variabelen op de horizontale as verwisselbaar en hierdoor mag je geen conclusies trekken uit het verloop van de lijn. Bij een frequentiepolygoon mag je wel conclusies trekken over het verloop.

Opgave 6

Laat bij twijfel je antwoord controleren. Zie antwoord Voorbeeld 2.

Opgave 7

Laat bij twijfel je antwoord controleren. Zie antwoord Voorbeeld 3.

Opgave 8
a

48,76 %, 35,67 %, 13,17 %, 2,39 %.

b

Bereken eerst de sectorhoeken, zie antwoord bij 1d.

c

Doen. Gebruik Excel en teken met passer en geodriehoek.

d

Relatieve afname van steenkool- en aardgaswinning, rest neemt relatief toe.

Opgave 9
a

Zie tabel.

b

Gebruik de GR.

c

Gebruik de GR.

d

Zie tabel.

e

Gebruik de GR.

f

Maak eerst een nieuwe frequentietabel.

Opgave 10
a

Zie tabel.

b

Doen, gebruik je GR of Excel.

c

Doen, gebruik je GR of Excel.

d

80 %

Opgave 11
a

Gebruik je grafische rekenmachine.

b

Zie figuur.

c

Zie b.

d

In een steelblad diagram kun je alle oorspronkelijke gegevens weer terugvinden, maar ook snel zien hoeveel cijfers er tussen bijvoorbeeld de 5 en de 6 in zitten en nauwkeurig het gemiddelde berekenen. Heb je echter veel gegevens dan wordt ook zo'n steelblad diagram onoverzichtelijk.

Opgave 12
a

3 %

b

Zie figuur.

c

Bijna 60 % van de prijs is accijns en BTW en gaat naar de staat.

Opgave 13
a

Lijndiagram en gestapeld staafdiagram.

b

geboorteoverschot = geboorten minus sterfgevallen
buitenlands migratiesaldo = aantal immigranten minus emigranten (dus vertrekken naar een ander land of komen van een ander land naar A'dam)
binnenlands saldo = mensen die binnen Nederland verhuizen (dus aantal gekomen naar A’dam minus aantal vertrekkers uit A'dam)

c

Ongeveer 4650 + 850 - 1500 = 4000 .

d

Migratiesaldo positief: er komen meer mensen bij in A'dam dan er uit vertrekken. Negatief saldo: dan juist andersom.

e

geboorteoverschot 4750 ; binnenlands saldo 1850 ; buitenlands migratiesaldo - 800 ; dus de toename is 4750 + 1850 800 5800 .

Opgave 14
a

Het aantal behaalde medailles van elke "kleur" .

b

Omdat er drie gegevens (variabelen) tegelijk worden weergegeven; land, medaillekleur, aantal.

c

China (51)

d

V.S. (38)

e

V.S. (110)

f

Zelf doen: de staven op elkaar stapelen. Voordeel is dat je de totalen gemakkelijker kunt vergelijken. Nadeel is dat je de aantal medailles per "kleur" weer moeilijker kunt vergelijken.

g

Bijvoorbeeld een staafdiagram met per land drie staafjes naast elkaar op één as.

Opgave 15
a

Nederland haalt zelf voor 2281 10 15 joule aan energie uit de grond.

b

301 10 15 joule.

c

Het lijntje "overig energie" naar het blokje "centrales; alternatieve energie bijvoorbeeld windenergie en zonne-energie" .

d

3353 10 15 joule

e

8856 10 15 joule

f

83 10 15 joule

g

Aardgas is de hoofdader van de energiebalans: het verzorgt een groot deel van het verbruik aan energie en is tevens belangrijk uitvoerproduct.

h

Linksboven het blokje "Onttrekking uit voorraden" en linksonder opslag in "Bunkers" .

Opgave 16
a

Eigen antwoord

b

Maanden 8 t/m 12, dus augustus t/m december.

c

Er wordt dan winst gemaakt.

d

€ 65000 winst.

Opgave 17
a

Kwalitatieve variabele op de horizontale as.

b

Je kunt dan gemakkelijker vergelijken.

c

De percentages zijn: N-Am 4,2; Z-Am 4,1; Eur 3,2; vSU 32,2; M-Oo 40,8; Afr 7,8; A&A 7,6. De bijbehorende sectorhoeken vind je door deze getallen met 3,6 te vermenigvuldigen.

d

Een staafdiagram.

verder | terug