De kansverdeling van de uitbetaling per polis wordt:
200.000 | 50.000 | 2500 | 0 | |
0,0001 | 0,0010 | 0,0200 | 0,9789 |
. De gemiddelde uitbetaling is euro.
De kosten per polis zijn 120 euro plus %. Dus 132 euro op een polis van 80.000 euro. Dus per 1000 euro een premie van € 1,65.
en .
.
even en oneven: A verliest euro.
even en oneven: A verliest euro.
even en oneven: A verliest euro.
In alle andere gevallen maakt A winst. Dus de gevraagde kans is .
Er zijn getallen: goed en fout. Prijs bij of goed, de kans daarop is:
geeft . Met de GR: . Het maximale aantal spelers is .
P(slecht, slecht) .
P(niet slecht, niet slecht) .
(goed, goed) geeft
"goed"
; kans is .
(goed, redelijk) geeft
"goed"
; kans is .
(redelijk, goed) geeft
"goed"
; kans is .
(goed, slecht) geeft
"redelijk"
; kans is .
(slecht, goed) geeft
"redelijk"
; kans is .
(redelijk, slecht) geeft
"redelijk"
; kans is .
(slecht, redelijk) geeft
"redelijk"
; kans is .
(redelijk, redelijk) geeft
"redelijk"
; kans is .
(slecht, slecht) geeft
"slecht"
; kans is .
Dus P(goed) ; P(redelijk) en P(slecht) .
P(goed) .
P(redelijk) .
P(slecht) .
De kans op
"slecht"
wordt meer dan gehalveerd.
Neem aan dat er pakjes van euro in zitten, dan zijn er pakjes van euro. De totale waarde is euro. Dus: , geeft .
P(pakje van 1 euro) .
Dan moet zijn als X het aantal pakjes van euro aangeeft. Hieruit volgt . De kans op pakje van 1 euro is .
.
De kans is .
Nu moet gelden: . Met de GR vind je: . Je moet dus pakjes uit de mand halen.
Opbrengst is euro. De kosten zijn: euro. De winst is dus 2000 euro.
pakjes kosten
€
250. % hiervan is
€
130. Ieder pakje kost minstens 1 euro: de opbrengst is
€
50.
Dus 80 euro moet komen uit het ruilen van een 1 euro-pakje voor een 9 euro-pakje.
Er moeten dus pakjes van 9 euro genomen worden.
.
pakjes kosten euro. De waarde is minder als je er geen of pakje van 9 euro neemt. De kans is .
.
.
.
.
dus ongeveer personen met een standaarddeviatie van .
dus ongeveer of personen met een standaarddeviatie van .
dus ongeveer personen met een standaarddeviatie van .
Je winstverwachting is .
Je ziet snel dat dit getal steeds groter wordt naarmate het langer duurt tot je een
zes gooit. Je winstverwachting is erg positief!
Je moet twee toevalsgetallen en simuleren die samen kleiner zijn dan 10. En dan naar kansen gaan kijken.
Als is de driehoek rechthoekig, als is de driehoek scherphoekig.
Echte onderzoeksopdracht.
.
.
Er mogen geen trouwende zoons zijn: P(eerste familie niet en 2de familie niet) . Dus ongeveer %.
.
P(niet, niet) .
P(één keer) .
De gevraagde kans is ongeveer , dus ongeveer 67%.
Stochast geeft het aantal namen dat niet terugkomt. Je moet dan berekenen: . Dus ongeveer 16%.
Uit de gegeven tabel volgt: .
(bron: examen wiskunde A vwo 1989, tweede tijdvak, opgave 3)