Continue kansmodellen > Standaardiseren
123456Standaardiseren

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Dat kan op verschillende manieren: je kunt het gemiddelde vulgewicht wat groter maken, maar je kunt ook de vulmachine nauwkeuriger afstellen (dus de standaardafwijking verkleinen).
Probeer geschikte waarden te vinden.

b

Denk er aan, dat je nu de wortel-n-wet nodig hebt. Zie Uitleg 2.

Opgave 2
a

μ = 1005

b

De fabrikant moet dan gemiddeld meer suiker in een pak stoppen.

c

σ = 1,2

d

Voordeel voor de fabrikant is dat het ongeveer evenveel suiker kost, nadeel kan zijn dat hij een nieuwe machine moet aanschaffen die nauwkeuriger is.

Opgave 3
a

Zie figuur.

b

Nee, want de verdelingen zijn verschillend en je kunt daarom slecht beoordelen of de 7,0 op het SE naar verhouding meer of minder van het gemiddelde van 6,5 afwijkt dan de 6,0 voor het CE afwijkt van de 5,5 .

c

Zie figuur.

d

Nog steeds niet goed, want de standaardafwijkingen zijn verschillend.

e

Zie figuur. Nu beide verdelingen gelijk zijn gemaakt kun je zien dat de prestatie voor het schoolexamen naar verhouding beter was.

Opgave 4

P ( T > 3010 | µ = 3006 σ = 5,3 ) 0,225

Opgave 5
a

Doen.

b

P ( G < 1000 | μ = m σ = 3 ) = 0,025 , geeft 1000 - μ 3 -1,96 en dus μ 1005,9 .

c

Nee, er blijft altijd een (heel kleine) kans dat er pakken te licht zijn.

Opgave 6
a

P ( L < 75 | μ = 80 σ = 4,25 ) 0,120 dus 12,0%.

b

P ( L < 90 | μ = m σ = 4,25 ) = 0,01 geeft 90 - m 4,25 -2,33 en dus μ 99,9 uur.

Opgave 7
a

Doen.

b

P ( G < 1000 | μ = 1002 σ = s ) = 0,025 , geeft 1000 - 1002 s -1,96 en dus σ 1,02 .

Opgave 8

P ( C < 7,0 | μ = 5,0 σ = s ) = 0,90 , geeft 7,0 - 5,0 s 1,28 en dus σ 1,56 .

Opgave 9
a

μ = 10 1002 = 10020 gram en σ = 10 3 9,5 gram.

b

P ( T > 10000 | μ = 10020 σ = 9,5 ) 0,9824 .

c

μ = 1002 gram en σ = 3 10 0,95 gram.

d

P ( G > 1000 | μ = 1002 σ = 0,95 ) 0,9824 .

Opgave 10
a

Je neemt een steekproef van 100 zakjes. X is het gemiddelde gewicht van één zakje in de steekproef: μ ( X ) = 155 g en σ ( X ) = 6 100 = 0,6 g.
Bepaal x 1 en x 2 zo, dat: P ( X < x 1 ) = 0,025 en P ( X > x 1 ) = 0,025 is. Je vindt x 1 153,82 en x 2 156,17 . Het gewicht van 95% van de zakjes ligt tussen 153,8 en 156,2 g.

b

Je neemt een steekproef van n zakjes. X is het gemiddelde gewicht van één zakje in de steekproef: μ ( X ) = 155 g en σ ( X ) = 6 n g.
Bepaal n zo, dat: P ( X < 154 | μ = 155 σ = 6 n ) < 0,05 . Door standaardiseren vind je 154 - 155 σ < -1,645 en dus σ = 6 n > 0,608 zodat n < 97,4 .
Omdat n een geheel getal moet zijn vind je n 97 .

Opgave 11
a

1006,6 gram.

b

μ = 1008,215 gram ofwel 1008,2 gram.

c

σ = 1,4607 gram ofwel 1,5 gram.

Opgave 12
a

0,1056 1200 127 auto’s.

b

48,4206 ofwel 48,4 seconden.

c

2,1493 ofwel 2,1 seconden.

Opgave 13
a

66,87% (ofwel 67%).

b

84,13% (ofwel 84%).

c

Meerdere mogelijkheden, bijvoorbeeld μ = 10,01 en σ = 0,008 ; dan wordt 99,37% goedgekeurd.

Opgave 14
a

P ( l < 60 | μ = m σ = s ) = 0,875 geeft 60 - m s 1,15 .
P ( l < 30 | μ = m σ = s ) = 0,39 geeft 30 - m s -0,28 .
Dus: 60 - m = 1,15 s en 30 - m = -0,28 s . Hieruit vind je m 39,5 en s 21,0 . Dus μ 39,5 en σ 21,0 .

b

P ( l < g | μ = 35,9 σ = 21,0 ) = 0,30 geeft g 24,9 . Dus tot een lengte van ongeveer 25 cm moeten de planten worden vernietigd.

Opgave 15
a

σ 60,8 gram

b

4,8%

c

1006,9 gram (ofwel 1007 gram)

d

P ( T < 2950 | μ = 3000 σ = 3 50 ) 0,2819 .

e

P ( G < 950 | μ = 1000 σ = 50 3 ) 0,0416 .

Opgave 16
a

P ( G < 200 | μ = 202,5 σ = 4,0 ) 0,2660 .

b

P ( T < 10000 | μ = 10125 σ = 50 4,0 ) 0,00000493 .

c

P ( ( G ) ¯ > 203 | μ = 202,5 σ = 4,0 n ) < 0,10 geeft P ( Z < 203 - 202,5 σ ) > 0,90 .
Dus 0,5 σ 1,282 en σ = 4,0 n 0,390 zodat n 105 .

Opgave 17

P ( g < 1000 | μ = m σ = 7 ) = 0,15 geeft μ 1007 .

Opgave 18

P ( g < 1000 | μ = 1015 σ = s ) = 0,015 geeft σ 6,91 .

Opgave 19
a

Ongeveer 4,78% (ofwel 5%).

b

Buiten het gebied van 29,76 t/m 32,24 zit 3,88% (ofwel 4%).

c

Onder de 30 gram zit 4,78% (ofwel 5%).

d

Ongeveer 31,3958 gram, ofwel 31,4 gram.

e

P ( T > 780 | μ = 775 σ = 25 0,6 ) 0,0478 .

f

Buiten het gebied van 29,76 t/m 32,24 zit nu een zodanig klein percentage (n.l. 5,09 10 -23 %) dat dit bij goede benadering 0% is.

verder | terug