Om te bepalen of een dobbelsteen eerlijk is, kun je bijvoorbeeld keer met deze dobbelsteen werpen en het aantal keren "zes ogen" tellen. Bij hoeveel keer "zes ogen" mag je dan besluiten dat hij niet eerlijk is? Neem een significantieniveau van %.
Je kunt deze vraag vertalen naar een tweezijdige binomiale toets:
De steekproefgrootte is en de stochast is het aantal keren "zes ogen" in deze steekproef. Het significantieniveau is .
Nu moet .
Je bepaalt de twee grenzen daarom uit:
Ga na, dat het kritieke gebied wordt: .
Bij deze aantallen zessen mag je aannemen dat de dobbelsteen niet eerlijk is.
In
Waarom is dit een tweezijdige toets? Wat gebeurt er met de onbetrouwbaarheidsdrempel ?
Voer de beschreven toets zelf uit, maar nu met een significantieniveau van %.