Bij worpen met een geldstuk vind je keer kop en keer munt. Mag je nu met een significantieniveau van % concluderen dat het geldstuk niet eerlijk is?
Bij een eerlijk geldstuk verwacht je keer kop en keer munt, noem deze theoretische waarden en . De experimenteel gevonden waarden zijn en .
Bekijk nu .
Hierin kan de waarden t/m aannemen en is .
(chi-kwadraat) is dan een continue stochast die een maat is voor de afwijking van
de experimentele waarden en de theoretische waarden. Als stemmen beide volledig overeen. Omdat hier vastligt als bekend is, is het aantal vrijheidsgraden . In dit geval is en en dus .
Met de grafische rekenmachine vind je:
.
Dus ligt in het kritieke gebied van de toets en is de afwijking van een eerlijk geldstuk significant.
Dit voorbeeld is uit te breiden naar situaties met theoretische en evenveel experimentele waarden. Er zijn dan graden van vrijheid voor .
In
Voer de daar beschreven chi-kwadraattoets zelf uit.
In welke situaties kun je de -toets toepassen?
Een geldstuk is zuiver als de kans op munt gelijk is aan de kans op kruis. Of dat zo is kun je onderzoeken door maar vaak genoeg met dit geldstuk te gooien. Pas de -toets toe.
Is er met een significantie van % reden om aan te nemen dat het geldstuk niet zuiver is als van de keer kruis gegooid wordt?