Rijen > Rijen beschrijven
123456Rijen beschrijven

Testen

Opgave 14

De rij t 0 , t 1 , t 2 , ... is gegeven door de directe formule t n = 1 + 2 n .

a

Schrijf de eerste twaalf termen op.

b

Wat is de 100-ste term?

c

Aan welke recursieformule voldoet deze rij?

d

Geef de eerste zes termen van een andere rij die aan dezelfde recursie voldoet.

Opgave 15

De rij u ( 0 ) , u ( 1 ) , u ( 2 ) , ... is gegeven door u ( n ) = 10 + 1 2 n ( n + 1 ) .

a

Schrijf de eerste tien termen op.

b

Gebruik de grafische rekenmachine om de kleinste n te vinden waarvoor geldt: u ( n ) > 10 6 .

Opgave 16

Bij de volgende beginstukken van rijen ligt het vervolg voor de hand. Geef bij elk geval een directe en een recursieformule bij nummering vanaf 0.

a

4 , 8 , 12 , 16 , 20 , ...

b

3 , 1 , 1 3 , 1 9 , 1 27 , ...

c

1 , -2 , 4 , -8 , 16 , -32 , ...

d

3 2 , 1 , 1 2 , 0 , - 1 2 , -1 , ...

verder | terug