Analytische meetkunde > Lijnen
1234567Lijnen

Voorbeeld 2

Bekijk de applet.

Stel een vergelijking op van de lijn l die gaat door de punten P ( 1 , 3 ) en Q ( 5 , 2 ) .
Bepaal ook de snijpunten met de assen.

> antwoord

De twee punten P en Q liggen niet op een lijn evenwijdig aan de y -as, dus je kunt een algemene vergelijking van de vorm y = a x + b gebruiken.

a = y Q y P x Q x P = 2 3 5 1 = 1 4 = 0,25

Vul je P ( 1 , 3 ) in y = 0,25 x + b in, dan vind je: y = 0,25 x + 3,25 .
De richtingscoëfficiënt is dus `-0,25` en het snijpunt met de y -as ( 0 ; 3,25 ) .
Het snijpunt met de x -as vind je door y = 0 te nemen. Ga na dat dit ( 13 , 0 ) oplevert.

Ga na dat je deze vergelijking kunt schrijven als x + 4 y = 13 .

Opgave 9

Bekijk Voorbeeld 2.

Stel een vergelijking op van de lijn `l` die gaat door de punten `P(-2, 3)` en `Q(4, 6)` . Bepaal ook de richtingscoëfficiënt van `l` en de snijpunten met de assen.

Opgave 10

Stel een vergelijking op van de lijn door R ( 22 , 35 ) en S ( 12,25 ) . Bereken de richtingscoëfficiënt van deze lijn en de snijpunten met de assen.

Opgave 11

Stel een vergelijking op van de lijn door T ( 38, 15 ) met richtingscoëfficiënt 12 . Bereken de snijpunten van deze lijn met beide assen.

verder | terug