Analytische meetkunde > Snijpunten
1234567Snijpunten

Uitleg

Bekijk de applet.

Je ziet hier een cirkel met middelpunt O ( 0 , 0 ) en een straal van `5` en een lijn door ( 0 , 4 ) en ( 8 , 0 ) . Om de snijpunten P en Q van beide te berekenen, stel je eerst de vergelijkingen van de lijn en de cirkel op:

  • cirkel c : x 2 + y 2 = 25

  • rechte l : x + 2 y = 8

Vervolgens moet je beide vergelijkingen combineren. Dat kan door de vergelijking van de lijn (die is lineair, dus gemakkelijk om te zetten) te herleiden naar de vorm x = ... of y = ...
Bijvoorbeeld: x = 2 y + 8 .
Vervolgens vul je dit in de cirkelvergelijking in: ( 2 y + 8 ) 2 + y 2 = 25 . Zonder haakjes: 5 y 2 32 y + 39 = 0 .
Oplossingen: y 1,64 y 4,76 (met de a b c -formule of de GR in twee decimalen nauwkeurig).

De snijpunten zijn: P ( 1,52 ; 4,76 ) en Q ( 4,72 ; 1,64 ) .

Als je de waarde van r verandert, zie je dat de lijn voor een bepaalde r maar één punt met de cirkel gemeen heeft. De lijn is dan een raaklijn aan de cirkel.

Opgave 7

In Uitleg 2 zie je hoe je snijpunten van een lijn en een cirkel berekent. Bereken op dezelfde manier het snijpunt van de cirkel c en de lijn m : 2 x y = 4 . Geef weer benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.

Opgave 8

Hoeveel gemeenschappelijke punten kunnen een lijn en een cirkel hebben? (Experimenteer met de applet in de Uitleg 2. Je kunt de straal van de cirkel aanpassen.)

Opgave 9

Bereken het snijpunt van k : y = 0,75 x + 6,25 en de cirkel c : x 2 + y 2 = 25 .

verder | terug